OP 1 - 419- Week 3 - TNT / Neo / lezen tk 1 / voorkennis / Goedgeb. tk 1 en 2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

BOEKEN MEE!
Leesboek, werkboek, Goedgebekt

Wat gaan we doen vandaag?

1. TNT (afmaken?!)
   --> ook luistergedeelte
2. Klaar? 
   Werkboek: luisteren taak 1 blz. 66 opdr. 1, 3, 4 en 5
   
   

2e pc-uur 419AK: 

Studiemeter hoofdletters en meervoudsvormen: 
Waar en wat zegt hb? 
Laatste 10 min. Quizlet.

Straks Goedgebekt + leesboek + werkboek nodig. 

Wat gaan we doen vandaag? (2e)

1. Neologisme (5 min.)
2. Herhaling: strategieën woordbetekenis (5 min.)
3. Tekstdoelen en tekstsoorten (5 min.)
4. Lezen taak 1 en Goedgebekt (25 min.)

Let op: bij uitleg --> mobiel en oordoppen weg! 

Straks Goedgebekt + leesboek + werkboek nodig. 

1. Neologisme

mingle

Iemand die een vaste partner heeft, maar zich tegenover de buitenwereld voordoet als single. Het woord mingle is volgens onze bron samengesteld uit de Engelse woorden mixed en single, maar het zou ook heel goed rechtstreeks afgeleid kunnen zijn van het Engelse werkwoord mingle in de betekenis 'vermengen'. De voornaamste reden voor mingles om een vaste relatie te verzwijgen, is dat zij andere, mogelijk aantrekkelijke relaties niet willen mislopen, zegt Karlijn Massar, universitair docent toegepaste sociale psychologie aan de Universiteit van Maastricht.

Hoe vind ik de betekenis van een woord?

- in het woord (Latijn/samenstelling)

- context

- woordenboek

Tekstdoelen:

1. informeren; 
   
2. mening geven: je wilt alleen je mening geven;
3. overtuigen: je wilt iemand overhalen om jouw mening te delen d.m.v. argumentatie; 
   
4. activeren of overhalen: zit vaak commercieel (winst) of ideëel belang (bijv. KWF) achter; 
   
5. amuseren; 
6. gevoelens uitdrukken of oproepen;
7. instrueren.

Tekstsoorten:

???

1. nieuwsbericht / tekst in schoolboek;
2. ingezonden brief / reactie op Facebook;
3. klachtenbrief/betoog;
4. advertentie van een autofabrikant / advertentie voor doneren aan KWF;
5. column/stripverhaal;
6. gedicht/songtekst;
7. recept/gebruiksaanwijzing.  

Tekstdoelen:

1. informeren; 
   
2. mening geven: je wilt alleen je mening geven;
3. overtuigen: je wilt iemand overhalen om jouw mening te delen d.m.v. argumentatie; 
   
4. activeren of overhalen: zit vaak commercieel (winst) of ideëel belang (bijv. KWF) achter; 
   
5. amuseren; 
6. gevoelens uitdrukken of oproepen;
7. instrueren.

Tekstsoorten:

1. nieuwsbericht / tekst in schoolboek; 
   
2. ingezonden brief / reactie op Facebook;
   
   
3. klachtenbrief/betoog;
   
   
4. advertentie van een autofabrikant / advertentie voor doneren aan KWF;
   
   
5. column/stripverhaal; 
   
6. gedicht/songtekst; 
   
7. recept/gebruiksaanwijzing. 
   

4. Lezen taak 1

• Wb opdracht 3 blz. 10 
• Goedgebekt deel 1 taak 1 en 2 (moet af deze week)
• Zacht overleg

Ondertussen kom ik langs met feedback op je brief.

Wat gaan we doen vandaag? (3e)

1. Lezen leesboek (10 min.)
2. Leesstrategie (15 min.)
3. Oefening woordenschat (10 min.)
4. Vooruitblik/evaluatie (5 min.)

Let op: bij uitleg --> mobiel en oordoppen weg!

1. Lezen

10  minuten lezen in leesboek

Waarom moet die zak snoep in één keer leeg? 

1. Waar denk je aan? Denk even zelf na.
2. Wissel uit met je buurman/-vrouw (30 seconden).

Opdracht 4 blz. 14 werkboek

Wat hebben we zojuist gedaan?

voorkennis activeren: leesstrategie

Lees-/luistermanieren

Verkennend lezen

Globaal lezen

Intensief lezen

Kritisch lezen

Zoekend lezen

Oriënterend luisteren

Intensief luisteren

Strategieën: kunnen altijd!

* Voorkennis activeren

Ik leer je steeds een nieuwe strategie:

de vier v's! 

2. Leesstrategie: voorkennis activeren

• Wb opdracht 4 blz. 14
• Klaar? Nakijken en Goedgebekt. 
• Goedgebekt deel 1 taak 1 en 2 (moet af deze week)
• Zacht overleg

Ondertussen kom ik langs met feedback op je brief.

3. Quizlet

Goedgebekt taak 1 en 2

4. Evaluatie en vooruitblik

Evaluatie

Vooruitblik:

• Boeken mee; ook leesboek
• Opdrachten: lezen/luisteren werkboek + Goedgebekt

Goedgebekt taak 1 en 2 af! 

1. Wat denk je dat het lesdoel of de lesdoelen van deze les waren?
2. Voor wie was deze les niet duidelijk?