H8 §4 Bescherming tegen straling

Atomen en Straling

§4
Bescherming tegen straling

1 / 39
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Atomen en Straling

§4
Bescherming tegen straling

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen
planning laatste lessen
herhaling van vorige week
uitleg paragraaf 4
opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Planning laatste lessen
deze week afronden hoofdstuk 8
volgende week woensdag een formatieve toets 
donderdag 1steuur bespreken toets
donderdag laatste uur?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Is er altijd en overal straling?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Is straling altijd gevaarlijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort straling om bruin te worden?
A
InfraRood (IR)
B
Radiogolven
C
Gammastraling
D
UltraViolet (UV)

Slide 7 - Quiz

Van welke straling is de dracht het verst?
A
Gamma
B
Alfa
C
Beta

Slide 8 - Quiz

Van welke straling is de dracht het kortst?
A
Gamma
B
Alfa
C
Beta

Slide 9 - Quiz

Het atoomnummer is het aantal...
A
protonen van een atoom
B
neutronen van een atoom
C
elektronen van een atoom
D
protonen en elektronen van een atoom

Slide 10 - Quiz

Wat is een isotoop?
A
zelfde atoom, andere massa
B
ander atoom, zelfde massa
C
zelfde atoom, ander atoomnummer
D
ander atoom, zelfde atoomnummer

Slide 11 - Quiz

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 24. Hoeveel protonen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 12 - Quiz

Waar zitten de neutronen en
hoe weet je hoeveel er zijn?
A
Rond de kern, gelijk aan de massa
B
In de kern, gelijk aan de massa
C
Rond de kern, gelijk aan massa min atoomnummer
D
In de kern, gelijk aan massa min atoomnummer

Slide 13 - Quiz

Als er een neutron bij komt dan
A
Wordt het atoom nummer hoger
B
Wordt het atoomnummer lager
C
Wordt het massagetal hoger
D
Wordt het massagetal lager

Slide 14 - Quiz

Zoek op in Binas,
Het atoomnummer van zuurstof
A
6
B
8
C
12
D
16

Slide 15 - Quiz

wat is het atoomnummer van koolstof?
A
8
B
7
C
6
D
5

Slide 16 - Quiz

Cl heeft atoomnummer 17 en massagetal 35.
Het aantal elektronen is
A
1
B
17
C
18
D
35

Slide 17 - Quiz

Mg heeft atoomnummer 12 en massagetal 25.
Het aantal protonen is
A
1
B
12
C
13
D
25

Slide 18 - Quiz

Li heeft atoomnummer 3 en massagetal 7.
Het aantal neutronen is
A
1
B
3
C
4
D
7

Slide 19 - Quiz

Aluminium heeft atoomnummer 13.
Dit wil zeggen?
A
13 protonen
B
13 neutronen

Slide 20 - Quiz

Om organen in het menselijk lichaam te onderzoeken, wordt een tracer gebruikt.

Welk soort straling zendt zo’n tracer uit?
A
alfastraling
B
bètastraling
C
gammastraling
D
röntgenstraling

Slide 21 - Quiz

Welke van de soorten straling kan door je hand dringen?
A
alleen alfastraling
B
alleen bètastraling
C
alleen gammastraling
D
geen van de drie soorten straling

Slide 22 - Quiz

Welke van deze soorten straling is radioactief?
A
alleen alfastraling
B
alleen bètastraling
C
zowel alfa-, bèta- als gammastraling
D
geen van de drie soorten straling

Slide 23 - Quiz

Door welk soort straling kan je kanker bestrijden?
A
ultraviolette straling
B
röntgenstraling
C
Ioniserende straling

Slide 24 - Quiz

Wat voor soort straling wordt gebruikt van buitenaf?
A
Ioniserende straling
B
Gammastraling
C
röntgenstraling
D
warmtestraling

Slide 25 - Quiz

Welk soort straling zendt een tracer uit?

A
alfa
B
bèta
C
gamma
D
röntgen

Slide 26 - Quiz

Wat voor soort straling om bruin te worden?
A
InfraRood (IR)
B
Radiogolven
C
Gammastraling
D
UltraViolet (UV)

Slide 27 - Quiz

Welke soort straling wordt tegengehouden door een vel papier?

A
alfa
B
bèta
C
gamma
D
alle drie

Slide 28 - Quiz

Vul het ontbrekende woord in:
De ene soort straling heeft een veel groter ......... dan de andere
A
ioniserend vermogen
B
doordringend vermogen
C
inhoud
D
invloed

Slide 29 - Quiz

Welk soort straling is gevaarlijk voor je?
A
microgolven
B
zichtbare straling
C
UV straling
D
IR straling

Slide 30 - Quiz

Welke soort straling is schadelijk voor je lichaam?
A
Alfa-straling
B
Bèta-straling
C
Gamma-straling
D
Zeta-straling

Slide 31 - Quiz

Gevaar van straling
Straling van buitenaf.
Gammastraling veruit het meest gevaarlijk.

Straling van binnenuit.
Alle soorten straling gevaarlijk. 
Alfa straling dan (wellicht) het meest gevaarlijk.

Slide 32 - Slide

Beschermen tegen straling
0.   niet blootgesteld worden...
1.   zo groot mogelijke afstand tot de bron houden
2.   zo kort mogelijk blootgesteld worden
3.   afschermingsmateriaal gebruiken

Slide 33 - Slide

Afschermingsmateriaal

Slide 34 - Slide

Inwendige blootstelling
Voorkomen
• Werk alleen met radioactieve stoffen in daarvoor aangewezen ruimtes.
• Doe een jas en schoenhoezen aan als je een werkruimte binnengaat 
• Let er goed op dat je geen radioactieve stoffen morst.
• Was altijd eerst je handen grondig als je de werkruimte verlaat.
• Controleer regelmatig of de werkruimtes niet radioactief besmet zijn.

Slide 35 - Slide

Maatregelen  bij blootstelling
• Mensen moeten besmette kleding uittrekken en meteen gaan douchen.
• De besmette kleding moet zorgvuldig worden opgeborgen.
• Besmette ruimtes moeten worden schoongemaakt (ontsmet).

Slide 36 - Slide

Dosismeter
Radiologische werkers moeten 
tijdens hun werk een 
dosismeter dragen.

Dosis wordt uitgedrukt 
in Sievert ( Sv )

Achtergrondstraling ong. 2,5 mSv per jaar
Laborant maximaal 20 mSv per jaar

Slide 37 - Slide

Inwendige blootstelling
Via luchtdeeltjes die je inademt
Via vocht dat je drinkt
Via het voedsel dat je eet
Via radioactie materiaal dat wordt ingebracht.

Slide 38 - Slide

Maak nu ...
opdrachten

2-3-4-9-11

extra
6



Slide 39 - Slide