Een naamwoordelijk gezegde bestaat uit twee delen:
- werkwoordelijk deel (ww.deel)
- naamwoordelijk deel (nw. deel) (= de eigenschap van het onderwerp)
Thomas zal altijd een fanatieke wielrenner blijven.
ww. deel = zal blijven
nw. deel = een fanatieke wielrenner
ng = zal [een fanatieke wielrenner] blijven