Het lijdend voorwerp van de zin staat altijd in de vierde naamval
Ich suche die Mutter.
Der Vater sucht das Geld.
Das Kind liebt den Hund.
Die Eltern kaufen die Computerspiele.
Bij de vierde naamval verandert het mannelijk lidwoord der / ein:
der wordt den / ein wordt einen
De andere lidwoorden veranderen niet !!!!