Sleepvragen met chromosomen

Sleepvragen met chromosomen
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Sleepvragen met chromosomen

Slide 1 - Slide

Terugblik
aantal chromosomen in een menselijke cel

aantal autosomen in een menselijke cel

aantal homologe chromosomen in een vrouwelijke cel

aantal homologe chromosomen in een mannelijke cel

aantal chromosoomparen in een menselijke cel
...
...
...
...
...
21
22
23
24
42
44
46
48
21
22
23
24
42
44
46
48

Slide 2 - Drag question

Sleep 
lichtroze naar roze!
DNA
chromosoom
celkern
Cel

Slide 3 - Drag question

Zet van groot naar klein
Celkern
Chromosoom
Nucleotide
Organisme
Gen
Cel

Slide 4 - Drag question

Maak de volgende zinnen compleet. Sleep het aantal chromosomen naar de juiste plaats. Er blijft één antwoord over
1. Een spermamoedercel waaruit een zaadcel kan ontstaan heeft .......... chromosomen paren.
2. een eicel en een zaadcel hebben allebei ....... chromosomen.
3. Na dat de bevruchting heeft plaats gevonden heeft de bevruchte eicel ....... chromosomen in totaal.
23
23
46
46

Slide 5 - Drag question

Gen
Celkern
DNA
Chromosomen

Slide 6 - Drag question

Mitose
Meiose
Gewone celdeling
Reductiedeling
Overal in het lichaam
Zelfde aantal chromosomen
Helft van de chromosomen
Gewone lichaamscellen
Geslachtscellen
Alleen in de geslachts-organen

Slide 7 - Drag question

verdubbeling
tijdens ...............
2 zuster-chromatiden
Centromeer
Homologe chromosomen
Homologe chromosomen
S-fase

Slide 8 - Drag question

Mitose
Meiose
Gewone celdeling
Reductiedeling
Diploïde cellen
Haploïde cellen
Zelfde aantal chromosomen
Helft van de chromosomen
Gewone lichaamscellen
Geslachtscellen
Chromosomen komen in paren voor
Chromosomen komen enkelvoudig voor

Slide 9 - Drag question

Chromosomen paar
Chromosoom
Geslachtschromosomen

Slide 10 - Drag question

Je ziet enkele stappen uit de mitose. 
Zet deze stappen in de juiste volgorde
1
5
4
3
2
6
De chromosomen worden uit elkaar getrokken
De cel groeit uit tot het oorspronkelijke formaat
Chromosomen worden zichtbaar
De chromosomen gaan in het midden van de cel liggen
Er ontstaan 2 cellen
Chromosomen worden gekopieerd

Slide 11 - Drag question

Sleep de juiste chromosomen in de lichaamscellen.

Slide 12 - Drag question

Kies telkens twee woorden, die passend zijn bij de zin. 
1. Chromosomen zijn:

2. Chromosomen bevinden zich in

3. Chromosomen bevatten: 

4. Chromosomen zijn onzichtbaar in een:

5. Chromosomen zijn zichtbaar in een: 
De celkern
Lange dunne draden
DNA
Cel die niet deelt
Cel die gaat delen

Slide 13 - Drag question

Celmembraan
celplasma
Chromosomen
Celkern

Slide 14 - Drag question

Moedercel
Dochtercel
Kerndeling
Celdeling
Plasmagroei

Slide 15 - Drag question

Reductiedeling of meiose
Hieronder wordt beschreven hoe de meiose verloopt. Sleep de woorden aan de zijkant naar de juiste plek.

De celdeling waarbij voortplantingscellen of geslachtscellen ontstaan heet _______.
Voordat de cel zich deelt liggen de _______ als een kluwen door elkaar in de celkern.
Iedere cel heeft _______.
Vlak voor de celdeling wordt het DNA exact nagemaakt.
Er ontstaan uit elke chromosoom twee gelijke _______ die op één plek nog aan elkaar vastzitten.
Als de cel zich gaat delen worden die chromosomen eerst korter en dikker.
Die chromosomen gaan twee aan twee tegen elkaar liggen. Dunne draadjes trekken de chromosomen naar de uiteinden van de cel.
Daar komen twee _______ om heen en daarna deelt de cel zich in tweeën.
De twee geslachtscellen hebben ieder _______.
Er verschijnen opnieuw dunne draadjes die de chromatiden los van elkaar trekken.
Dan wordt opnieuw rond de chromosomen een kernmembraan gevormd.
De cellen snoeren in en er ontstaan in totaal 4 cellen.
Elke voortplantingscel heeft nu 23 chromosomen. Elk chromosoom bestaat nu uit één enkele chromatide
meiose
chromosomen
46 chromosomen
chromatiden
Kernmembranen
23 chromosomen

Slide 16 - Drag question

Golgi-systeem
Centrosoom
Chromosoom
Lysosoom
Mitochondrie

Slide 17 - Drag question

Centromeer
Spoelfiguur
Centriolen
Trekdraden
Chromosomen

Slide 18 - Drag question

Allel
Gen
Chromosoom
DNA
Erfelijke eigenschap
CTTAGCCAGT
Variant van een gen
Deel van een chromosoom
Langgerekte dunne draad DNA en eiwit
Codeert voor eiwit
23 in een eicel

Slide 19 - Drag question

chromosomen spiraliseren en kernmembraan verdwijnt.
Spoelfiguur ontstaat en chromosomen gaan in middenvlak liggen.
Spoeldraden trekken de chromatiden van een chromosoom uit elkaar naar 2 kanten van de cel.
Er komt een nieuw kernmembraan om de chromosomen.
Cel is gedeeld en de kern bestaat uit chromosomen met maar 1 chromatide.

Slide 20 - Drag question