H3: Unidad 3 Les 3 - Pretérito indefinido, perfecto & imperfecto

1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Klasplattegrond

Slide 2 - Slide

START KLAAR

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Lesprogramma
A: Herhaling pretérito indefinido & pretérito perfecto
B: Beginnen met pretérito imperfecto
C: Verkorte woordenlijst Unidad 3

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • Kun je praten over gebeurtenissen in het verleden met behulp van de pretérito indefinido.
  • Kun je praten over gebeurtenissen in het verleden die een verband hebben met het heden met behulp van de pretérito perfecto.
  • Weet je wanneer je de pretérito imperfecto moet gebruiken in het Spaans.
 

Slide 6 - Slide

Mi gramática

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

El pretérito indefinido

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Slide

Stappen
1. Hulp werkwoord HABER vervoegen volgens de persoon in de zin.
2. -AR = ADO
-ER of -IR = IDO

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

El pretérito imperfecto

De pretérito imperfecto gebruik je bij het beschrijven van gewoontes uit het verleden. 
*The pretérito imperfecto is used to describe habits from the past.

Om acties in het verleden te beschrijven. We beschrijven de context van een situatie.
Bijvoorbeeld: Het regende en het was koud. 
*To describe actions in the past. We describe the context of a situation.
For example: It was raining, and it was cold.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

El pretérito imperfecto

Slide 16 - Slide

El pretérito imperfecto

Slide 17 - Slide

El pretérito indefinido

1. Cenar, yo.
2. Enviar, tú.
3. Pasear, mis hijos y yo.
4. Escribir, él.
5. Descansar, vosotros.
6. Estudiar, ellas.
Zet de volgende werkwoorden in de Pretérito indefindo.

Slide 19 - Slide

Sleep de zinnen naar het juiste vervoegen v/d pretérito indefinido 
comiste
recibiste
ladró
comí
estudió
vivió
conocí
escribió
Yo...............................(comer) patatas con carne.
Anoche María......................(estudiar) para el examen de física.
El año pasado, Liz........................(vivir) en Holanda.
Juan, ...........................(comer-tú) pizza en la cena?
Hace 2 días Laura ........................(escribir)  un ensayo para la universidad
En 1992..........................(conocer) a mi mejor amigo. 
Mi perro......................(ladrar) toda la noche.
Ayer tú.........................(recibiste) una carta del ayuntamiento. 

Slide 20 - Drag question

El pretérito perfecto

1. Cenar, yo.
2. Enviar, tú.
3. Pasear, mis hijos y yo.
4. Comprar, él.
5. Descansar, vosotros.
6. Estudiar, ellas.
Zet de volgende werkwoorden in de Pretérito perfecto.

Slide 21 - Slide

Sleep de zinnen naar het juiste vervoegen v/d pretérito indefinido 
comiste
recibiste
ladró
comí
estudió
vivió
conocí
escribió
Yo...............................(comer) patatas con carne.
Anoche María......................(estudiar) para el examen de física.
El año pasado, Liz........................(vivir) en Holanda.
Juan, ...........................(comer-tú) pizza en la cena?
Hace 2 días Laura ........................(escribir)  un ensayo para la universidad
En 1992..........................(conocer) a mi mejor amigo. 
Mi perro......................(ladrar) toda la noche.
Ayer tú.........................(recibiste) una carta del ayuntamiento. 

Slide 22 - Drag question

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • Kun je praten over gebeurtenissen in het verleden met behulp van de pretérito indefinido.
  • Kun je praten over gebeurtenissen in het verleden die een verband hebben met het heden met behulp van de pretérito perfecto.
  • Weet je wanneer je de pretérito imperfecto moet gebruiken in het Spaans.
 

Slide 23 - Slide


Welke vormen van verleden tijd heb je in het Spaans?

Slide 24 - Open question


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

¡Hasta la próxima clase!

Slide 26 - Slide