Kort en lang (Puls en ritme)

Welkom! Zorg dat je klaar zit als de muziek is afgelopen.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
MuziekMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom! Zorg dat je klaar zit als de muziek is afgelopen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Kort en lang 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?

  • 2 begrippen: puls en ritme
  • Oefenen in Musicbox 
  • PO1 = praktische opdracht 1  

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Puls
De puls is de beat (de hartslag) 
van de muziek.
De puls kun je in je lichaam 
voelen als je naar muziek luistert. 


In het voorbeeld hoor en zie je dat de puls van de muziek op de gitaar geslagen wordt. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De puls is te zien in
de beweging van de
voeten van de danser.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Meetellen met de puls
Je kunt meetellen met de puls van de muziek. Je telt dit vaak als "1-2-3-4".
Tel hardop mee met de puls van het liedje. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ritme
Muziek heeft ritme. Het ritme is de afwisseling van korte en lange klanken. 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bedenk een voorbeeld van een korte klank.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Bedenk een voorbeeld van een lange klank.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions


A
Fragment 1
B
Fragment 2

Slide 10 - Quiz

Video 1 vanaf 0:16

Video 2 vanaf 2:34

In welk fragment worden de kortste tonen gezongen? 
Zelfstandig werken + huiswerk
We werken 5 minuten zelfstandig aan de volgende opdrachten:

Puls en tellen: 2.4 en 2.7
Ritme: 3.1, 3.3 t/m 3.5, 3.7 en 3.8

Waar vind je dit? Musicbox -> Box "Kort en Lang" -> klik op "Start Niveau 1" -> klik op "puls en tellen" en daarna op "ritme" 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Afspraken keyboard spelen
Afspraken bij het spelen:
  1. Je gebruikt oortjes/koptelefoon.
  2. Je werkt in tweetallen achter het keyboard.
  3. Je speelt alleen dat wat je moet oefenen (dus geen andere liedjes/geluiden etc. op het keyboard)
  4. Je blijft af van andere instrumenten, dus ook het keyboard van een ander! 
  5. De eerste 10 minuten werk je zelfstandig. Daarna kun je vragen stellen door naar mij toe te komen (piano)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions