5BECO H32 Regels voor de activa en passiva 2

Havo H32 Regels voor de activa en de passiva - deel 2

32.5 Voorzieningen
32.6 Langlopende en kortlopende schulden  

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Havo H32 Regels voor de activa en de passiva - deel 2

32.5 Voorzieningen
32.6 Langlopende en kortlopende schulden  

Slide 1 - Slide

32.5 Voorzieningen
Je kunt de diverse voorzieningen noemen

Opgaven 32.13 t/m 32.15

Slide 2 - Slide

Voorzieningen
Voorziening = langlopende schuld

Een voorziening is een toekomstige “zekere” uitgave waarvan de omvang onbekend is (maar wel in te schatten) en waarvan ook het moment van betaling onbekend is

Een voorziening wordt gevormd om gelijkmatige kostenspreiding te realiseren



Slide 3 - Slide

Soorten voorzieningen
  • Garantievoorziening (vaak een % van de omzet) 
  • Voorziening groot onderhoud ( bijv. een % van de aanschafwaarde gebouw)
  • Pensioenvoorziening  >> pensioen in eigen beheer = vrijwel altijd aparte stichting en niet binnen de onderneming geregeld



Slide 4 - Slide

Voorziening groot onderhoud
Vergelijkbaar met nog te betalen kosten

Maandelijkse boeking



Tot betaling van factuur groot onderhoud.....
                                                              W&
V
Onderhoudskosten                € 2.000 
                                     Bal
ans
EV                             - € 2.000
Voorziening           + € 2.000

Slide 5 - Slide

Voorziening groot onderhoud
Vergelijkbaar met ntb kosten, alleen betreft het LVV

Maandelijkse boeking



Tot betaling van factuur groot onderhoud.....
                                                              W&
V
Onderhoudskosten                € 2.000 
                                     Bal
ans
EV                             - € 2.000
Voorziening           + € 2.000

Slide 6 - Slide

Voorziening groot onderhoud
 Betaling van de factuur ad € 150.000




Stel de factuur blijkt uiteindelijk € 300.000, wat gebeurt er dan met de voorziening
                                                              W&
V
                                     Bal
ans
Bank                - €150.000
Voorziening            - € 150.000
( 240.000 - 150.000)

Slide 7 - Slide

Stel de factuur groot onderhoud is meer dan de opgebouwde voorziening, dan...
A
komt er een negatief bedrag te staan bij de post voorziening
B
wordt de volledig voorziening afgeboekt tot € 0

Slide 8 - Quiz

Voorziening groot onderhoud
 Stel factuur is niet € 150.000, maar € 300.000

dan....



Tot betaling van factuur groot onderhoud.....
                                                              W&
V
Onderhoudskosten        € 60.000
                                     Bal
ans
Bank                - €300.000
Eigen vermogen  - €   60.000
Voorziening           - € 240.000
( 240.000 - 240.000)

Slide 9 - Slide

32.14 Themapark controleert 1x in de 2,5 jaar alle attracties. Wanneer nodig wordt er groot onderhoud gepleegd. De laatste controle was op 1-7-2018. De voorziening groot onderhoud staat op 1-7-2018 voor € 18.000 op de balans. Per kwartaal wordt er een bedrag toegevoegd. Elk jaar brengt het park € 60.000 voor kosten groot onderhoud ten laste van de winst.

A. Wat wordt er per kwartaal toegevoegd aan de voorziening?

Slide 10 - Open question

32.14 Themapark controleert 1x in de 2,5 jaar alle attracties. Wanneer nodig wordt er groot onderhoud gepleegd. De laatste controle was op 1-7-2018. De voorziening groot onderhoud staat op 1-7-2018 voor € 18.000 op de balans. Per kwartaal wordt er een bedrag toegevoegd. Elk jaar brengt het park € 60.000 voor kosten groot onderhoud ten laste van de winst.

B. Bereken de voorziening op de balans per 1-1-2021

Slide 11 - Open question

32.14 Themapark controleert 1x in de 2,5 jaar alle attracties. Wanneer nodig wordt er groot onderhoud gepleegd. De laatste controle was op 1-7-2018. De voorziening groot onderhoud staat op 1-7-2018 voor € 18.000 op de balans. Per kwartaal wordt er een bedrag toegevoegd. Elk jaar brengt het park € 60.000 voor kosten groot onderhoud ten laste van de winst.
In het voorjaar 2021 worden er € 45.000 aan reparatiekosten betaald.
C. Welke balansposten veranderen hier

Slide 12 - Open question

32.5 Voorzieningen
Je kunt de diverse voorzieningen noemen

Opgaven 32.13 t/m 32.15 gaan maken. (32.14 heb je al deels gemaakt)

Slide 13 - Slide

32.6 Langlopende en kortlopende schulden

Je kunt de onderdelen van vreemd vermogen op lange en korte termijn noemen

Opgaven 32.16 t/m 32.18

Slide 14 - Slide

Langlopende en kortlopende schulden 

Deel dat we dit jaar gaan aflossen is
KORT vreemd vermogen.

De rest van de lening is LANG vreemd vermogen.

Slide 15 - Slide

Langlopende schulden - deel 1
1. Hypothecaire lening (zie h18): lening met een onroerend goed als onderpand
 
2. Obligatielening (zie h18): een lening die onderverdeeld is in kleine stukjes, dus een lening van 1 miljoen is verdeeld in 1000 obligaties van 1.000 euro.

3. Onderhandse lening (zie h18): lening waarbij de geldgever en geldnemer 
 afspraken kunnen maken over de voorwaarden

Slide 16 - Slide

Langlopende schulden - deel 2
4. Converteerbare obligatielening: obligaties kunnen tegen van te voren vastgestelde voorwaarden worden omgewisseld in aandelen; anders krijgt met het geleende geld terug. Op die manier trekt het bedrijf toch permanent vermogen (eigen vermogen) aan, via een omweg.

5. Schulden aan groepsmaatschappij: schulden aan een ander bedrijf uit de groep

6. Schulden vanwege pensioen: verplichtingen aan pensioen-gerechtigden of een extern pensioenfonds afspraken kunnen maken over de voorwaarden

Slide 17 - Slide

Kortlopende schulden: alles wat geen EV en geen lang VV is, zoals:
  • verplichtingen binnen een jaar van langlopende schulden
  • crediteuren
  • vooruitontvangen bedragen; nog te betalen bedragen
  • belastingschuld en sociale premies schuld
  • schulden aan banken (in rekening courant)

Slide 18 - Slide

Even wat vragen..

Slide 19 - Slide

De Pensioen-voorziening van een bedrijf hoort bij:
A
Vlottende activa
B
Liquide middelen
C
Eigen Vermogen
D
Vreemd vermogen

Slide 20 - Quiz

Vooruitontvangen huur hoort bij:
A
Vlottende activa
B
Lang vreemd vermogen
C
Kort vreemd vermogen
D
Eigen vermogen

Slide 21 - Quiz

De dividendreserve hoort bij:
A
Eigen Vermogen
B
Vaste activa
C
Vlottende activa
D
Kort vreemd vermogen

Slide 22 - Quiz

Een converteerbare obligatie is:
A
Een obligatie met hoge rente
B
Een obligatie met stemrecht
C
Een obligatie die omwisselbaar is in aandelen
D
Een obligatie die halverwege de looptijd afgelost kan worden.

Slide 23 - Quiz

"Te betalen belastingen" hoort bij:
A
Eigen vermogen
B
Vlottende activa
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen

Slide 24 - Quiz

32.6 Langlopende en kortlopende schulden

Je kunt de onderdelen van vreemd vermogen op lange en korte termijn noemen

Opgaven 32.16 t/m 32.18 maken

Slide 25 - Slide

Herhaling 32.4 t/m 32.6

Slide 26 - Slide

Aan het werk.....
Maken 32.13 t/m 32.18

Slide 27 - Slide

Reserves
  • Agioreserve --> net besproken
  • Herwaarderingsreserve
  • Wettelijke en statutaire reserve
  • Overige reserve (algemene/ winstreserve en dividendreserve)

Slide 28 - Slide