- Na het lezen van de vraag en de antwoorden krijgt ieder team tien seconden de tijd om te overleggen. Op mijn teken steekt elk team een A, een B of een C in de lucht.
- De teams die het juiste antwoord hebben gegeven, krijgen een punt.
- Sommige vragen zijn blufvragen, schattingsvragen of open vragen. Bij een blufvraag krijgt ieder team kort de tijd om te bedenken hoeveel goede antwoorden het denkt te weten. Het team met het hoogste bod mag het proberen. Lukt het om binnen een minuut het juiste aantal antwoorden te geven, dan krijgt dat team twee punten. Lukt het niet, dan krijgen alle andere teams een punt. Bij de open vraag en de inschattingsvraag schrijven de groepen hun antwoord op het lege vel papier.
- We gaan beginnen!