M3A - week 4

Week 4 - les 1

- Wij voeren gesprekjes over het 
   weekend
- Wij oefenen met de opbouw van
   een memo
- Wij schrijven memo 2


1 / 45
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Week 4 - les 1

- Wij voeren gesprekjes over het 
   weekend
- Wij oefenen met de opbouw van
   een memo
- Wij schrijven memo 2


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

¿Qué tal?
¿Cómo estáis?
¿Qué tal el fin de semana?
¿Qué has hecho el fin de semana?
Este fin de semana he ...

Slide 3 - Slide

Viajo ... mi esposa y mis hijos.

Slide 4 - Open question

El hotel Meliá está ... Madrid.

Slide 5 - Open question

Los turistas viajan ... España.

Slide 6 - Open question

Dos cervezas, ... favor

Slide 7 - Open question

Trabajo ... las tres

Slide 8 - Open question

Una habitación ... ducha.

Slide 9 - Open question

Un café ... leche, por favor.

Slide 10 - Open question

El vuelo ... Barajas tiene una hora de retraso.

Slide 11 - Open question

Tengo una pregunta ... usted.

Slide 12 - Open question

Soy vegana, quisiera un chile ... carne.

Slide 13 - Open question

Verbos -AR-ER -IR

Slide 14 - Slide

Verbos-ar-er-ir

Slide 15 - Slide

La recepción está abierta ... las diez de la noche.

Slide 16 - Open question

La tarea
Wat?
Zet de paragrafen in de juiste volgorde zodat er een memo ontstaat
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
15 minuten
Hulp?
Bekijk de opdrachten op pag 10-18
Klaar?
Begin dan op pag 57 met het voorbereiden van de gesprekken

Slide 17 - Slide

La tarea > 
inleveren tijdens de les vrijdag!
Wat?
Schrijf memo 2 op pag 41
Hoe?
Individueel op papier of laptop
Tijd?
30 minuten
Hulp?
Bekijk de opdrachten op pag 10-18
Klaar?
Begin dan op pag 57 met het voorbereiden van de gesprekken

Slide 18 - Slide

Week 4 - Les 2
- Wij herhalen grammatica en 
   woordenschat
- Wij bereiden een gesprek voor
- Wij maken de memo af

Slide 19 - Slide

¿Qué tal?
¿Qué vas a hacer este fin de semana?
 ¿Cuáles planes tienes?
Este fin de semana voy a ...

Slide 20 - Slide

Vertaal:
De bus vertrekt over 10 minuten.
A
El autobús sale en 10 minutos.
B
El autobús departe en 10 minutos.
C
El autobús llega en 10 minutos

Slide 21 - Quiz

Vertaal:
Hoe wilt u afrekenen?
A
¿Cómo quieres pagar?
B
¿Cómo quiere pagar?
C
¿Cúando pagará?
D
¿Cuánto debe pagar?

Slide 22 - Quiz

Vertaal:
Hoe vindt u het nieuwe zwembad?
A
¿Busca la nueva piscina?
B
¿Encuentra la nueva piscina?
C
¿Qué le parece la nueva piscina?
D
¿Hay buena piscina?

Slide 23 - Quiz

Hoe zeg je dat je met een pinpas betaalt?
A
con tarjeta
B
con pin
C
a contado
D
en efectivo

Slide 24 - Quiz

Bij voorbaat dank.
A
muchas gracias
B
gracias en advance
C
gracias primeras
D
gracias de antemano

Slide 25 - Quiz

Vertaal:
de kussens
A
los besos
B
las cunas
C
las mantas
D
las almohadas

Slide 26 - Quiz

Vertaal:
de gast
A
el cliente
B
el huésped
C
el gasto
D
el compañero

Slide 27 - Quiz

Vertaal:
van 13 tot 17 mei
A
desde el 13 de mayo hasta el 17 de mayo
B
para 13 de mayo para 17 de mayo
C
de 13 de mayo a 17 de mayo
D
del 13 de mayo al 17 de mayo

Slide 28 - Quiz

Vertaal:
Ik leg u de rekening uit.
A
Le explico la cuenta
B
Le cuento la cuenta
C
Le imprimo la factura
D
Le mando la cuenta

Slide 29 - Quiz

Vertaal:
in het systeem zoeken
A
hacer el check in
B
poner en el sistema
C
apagar el ordenador
D
buscar en el sistema

Slide 30 - Quiz

Wat zijn geen aanvullende kosten op de rekening?
A
las bebidas del minibar
B
el aparcamiento
C
el secador de pelo
D
la caja fuerte

Slide 31 - Quiz

Waaraan moet
een goede brief
voldoen?

Slide 32 - Mind map

Waaraan moet
een goed gesprek
voldoen?

Slide 33 - Mind map

La tarea 
Wat?
Bereid de dialoog voor op pag 54
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
20 minuten
Hulp?
Bekijk de zinnen die je vertaald hebt
Klaar?
Maak de opdrachten op pag 10-18

Slide 34 - Slide

La tarea 
Wat?
Voer het gesprekje op pag 55
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
5 minuten
Hulp?
Bekijk de zinnen die je vertaald hebt op pag 51-53
Klaar?
Maak de opdrachten op pag 10-18

Slide 35 - Slide

La tarea > 
inleveren tijdens deze les!
Wat?
Schrijf memo 2 op pag 41
Hoe?
Individueel op papier of laptop
Tijd?
30 minuten
Hulp?
Bekijk de opdrachten op pag 10-18
Klaar?
Begin dan op pag 57 met het voorbereiden van de gesprekken

Slide 36 - Slide

Verbos -AR-ER -IR

Slide 37 - Slide

Verbos-ar-er-ir

Slide 38 - Slide

Extra (online) oefeningen
1. werkwoorden vervoegen
2. woordenschat
3. woordvolgorde
4. 25 belangrijke werkwoorden om te leren
5. veelgebruikte bijvoeglijke naamwoorden
6. bijvoeglijke naamwoorden
7. gebruik van de werkwoorden ser, estar, hay en tener

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Link

Slide 41 - Link

Slide 42 - Link

Slide 43 - Link

Slide 44 - Link

Slide 45 - Link