This lesson contains 28 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Fictie
§ 4 Spanning
Slide 5 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je...
Uitleggen wat actiespanning is en hoe dit in verhalen wordt gebruikt
Het verschil tussen actiespanning en psychologische spanning herkennen
Beschrijven hoe setting bijdraagt aan de opbouw van spanning
Voorbeelden geven van hoe betrokkenheid bij personages psychologische spanning kan creëren
Uitleggen wat open plekken zijn en hoe deze bijdragen aan de spanning in een verhaal
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
§ 4 Spanning
actiespanning
Voortkomt uit snelle, gevaarlijke of onverwachte gebeurtenissen
Vaak gebruikt in actiefilms
Slide 8 - Slide
§ 4 Spanning
psychologische spanning
Ontstaat door emotionele betrokkenheid bij personages
Het bestaan van open plekken in het verhaal
Slide 9 - Slide
§ 4 Spanning
De rol van de setting in het opbouwen van spanning
Omgeving van het verhaal draagt bij aan de sfeer en spanning
Slide 10 - Slide
§ 4 Spanning
Betrokkenheid bij personages en het effect op spanning
Mate waarin een lezer zich emotioneel verbonden voelt met de personages
Heeft invloed op de ervaren spanning
Slide 11 - Slide
§ 4 Spanning
Plekken en hun functie in verhaalopbouw
Delen van het verhaal die oningevuld zijn en vragen oproepen bij de lezer
Dragen bij aan de spanning in een verhaal
Slide 12 - Slide
Definitielijst
Actiespanning: een vorm van spanning die voortkomt uit snelle, gevaarlijke of onverwachte gebeurtenissen, vaak gebruikt in actiefilms
Psychologische spanning: een vorm van spanning die ontstaat door emotionele betrokkenheid bij personages en het bestaan van open plekken in het verhaal
Setting: de omgeving waarin een verhaal zich afspeelt, die kan bijdragen aan de sfeer en spanning
Slide 13 - Slide
Definitielijst
Betrokkenheid bij personages: de mate waarin een lezer zich emotioneel verbonden voelt met de personages, wat invloed heeft op de ervaren spanning
Open plekken: delen van het verhaal die oningevuld zijn en vragen oproepen bij de lezer, waardoor spanning wordt opgewekt
Slide 14 - Slide
Opdracht 1
Vraag
Lees tekst 1.
Het is het begin
van Boy 7 van
Mirjam Mous.
Slide 15 - Slide
Opdracht 1
Vraag
We kijken nu het begin van de fil Boy7.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Opdracht 1
Vraag
1. In de eerste alinea beschrijft de ik-persoon hoe hij zich voelt. Welk woord past het beste bij deze omschrijvingen?
Kies en leg uit:
alleen – bang – boos – machteloos – opgejaagd – verdrietig – verward.
Slide 18 - Slide
Opdracht 1
Antwoord
1. Machteloos, want in de situaties die de ik-persoon beschrijft, kan hij geen invloed uitoefenen op zijn eigen lot
Slide 19 - Slide
Opdracht 1
Vraag
2. Welke vier opties bedenkt de ik-persoon om te verklaren dat hij hier is beland?
Slide 20 - Slide
Opdracht 1
Antwoord
2. Hij heeft een ongeluk gehad, hij is het slachtoffer van een grap, hij is niet echt (bestaat alleen in het hoofd van een fantast) of hij is gek geworden.
Slide 21 - Slide
Opdracht 1
Vraag
4. De ik-persoon besluit hulp te zoeken. Hoe zou jij hulp zoeken in deze situatie?
Slide 22 - Slide
Opdracht 1
Antwoord
4. Eigen antwoord
Slide 23 - Slide
Opdracht 1
Vraag
5. ‘Ik was gered! Dacht ik.’ Wat maakt ‘dacht ik’ duidelijk?
Slide 24 - Slide
Opdracht 1
Antwoord
5. Door de toevoeging ‘Dacht ik’ weet je dat hij juist niet is gered.
Slide 25 - Slide
Opdracht 1
Vraag
6. Tekst 1 is vooral spannend door actiespanning / je betrokkenheid bij de ik-persoon / open plekken. Leg je antwoord uit met een voorbeeld uit tekst
Slide 26 - Slide
Opdracht 1
Antwoord
6. Tekst 1 is vooral spannend door open plekken, want dit fragment roept heel veel vragen op waarop je graag een antwoord wilt hebben. Waarom is de ik-persoon niet gered bijvoorbeeld.