Paragraaf 1.4 veiligheid

Paragraaf 1.4 Meten
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 1.4 Meten

Slide 1 - Slide

wat ga je leren vandaag?
  1. Je kunt van een aantal meetapparaten uitleggen hoe je ze moet gebruiken.
  2. Je kunt het verschil uitleggen tussen analoge en digitale meetapparatuur.
  3. Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
  4. Je kunt enkele meetapparaten aflezen.
  5. Je kunt eenheden naar elkaar omrekenen.  

Slide 2 - Slide

Wat is een meetapparaat?
A
Klok
B
Afstand
C
Centimeter
D
Linaal

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Grootheid.
De grootheid geeft aan wat je meet.
Er is maar 1 grootheid.
Tijd
Afstand
Temperatuur. 

Slide 5 - Slide

Wat is een grootheid
A
Meter
B
Roblox
C
volume
D
Afstand

Slide 6 - Quiz

Eenheid
De eenheid geeft aan waarin we meten. 
Er Kunnen meerdere eenheden voor 1 grootheid zijn. 
Temperatuur in graden celsius.
Afstand in centimeter, meter of kilometer.
Tijd in seconden, minuten of uren.

Slide 7 - Slide

Wat is een eenheid?
A
Meters
B
paarse bloemen
C
Linialen
D
Rode auto's

Slide 8 - Quiz

Eenheid
Grootheid
Meetinstrument
Meter

Volume
Liniaal
Klok
Liters
Afstand
Thermometer
Tijd
Temperatuur
Uur

Slide 9 - Drag question

omrekenen
1.000 millimeter = 1 meter
1.000 meter = 1 kilometer.
1.000.000 millimeter = 1 kilometer

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Hoeveel meter is 12 kilometer?
A
120 meter
B
1.200 meter
C
12.000 meter
D
120.000 meter

Slide 12 - Quiz

Hoeveel meter is 12.000 centimeter
A
1.200 meter
B
120 meter
C
12 meter
D
0.12 meter

Slide 13 - Quiz

Huiswerk
bladzijde:
opgave:

Slide 14 - Slide

Afsluiting
Morgen.

Slide 15 - Slide