This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Paragraaf 3.4
zonder werk?
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Wanneer ben je werkloos
Hoe beëindig je je baan
Als je werkloos bent, wat kan je dan doen
Welke gevolgen hebben technische ontwikkelingen
Slide 3 - Slide
Lesdoel
Werkloos
Slide 4 - Slide
Werkloos
Je bent werkloos als je graag wilt werken maar geen werk hebt.
Tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd bent
Geen baan hebt
Actief op zoek bent naar werk.
Slide 5 - Slide
Niet-actieven:
Mensen die niet kunnen of willen werken, of daar niet direct beschikbaar voor zijn.
Bijvoorbeeld:
- Arbeidsongeschikten,
- Huisvrouwen,
- Studenten en leerlingen (vanaf 15 jaar),
- Mensen die met vervroegd pensioen zijn gegaan.
Slide 6 - Slide
Lesdoel
Einde aan je baan
Slide 7 - Slide
Ontslag
Het beëindigen van een arbeidsovereenkomst
Je kunt ontslag nemen of krijgen:
Als je ontslag neemt, heb je te maken met een opzegtermijn (= tijd tussen ontslag nemen en echt stoppen met werken)
Als je ontslag krijgt dan heb je of iets gedaan dat niet mag of niet gepresteerd zoals gevraagd werd
Slide 8 - Slide
Lesdoel
Werkloos, wat nu?
Slide 9 - Slide
Werkloosheid
1. Geregistreerde werkloosheid =
ingeschreven bij UWV én op zoek naar minimaal 12 uur werk per week
2. Verborgen werkloosheid =
niet ingeschreven bij UWV
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Wat doet het UWV?
Het UWV:
kijkt of je recht hebt op een Werkloosheidswet-uitkering (WW-uitkering)
helpt bij het vinden van een nieuwe baan
Wat is een uitkering en door wie wordt die betaald?
Slide 12 - Slide
Lesdoel
Technologische ontwikkeling
Slide 13 - Slide
Technologische ontwikkelingen
Nieuwe kennis aan techniek en nieuwe uitvindingen
Door technologische ontwikkelingen kun je je baan verliezen maar het levert ook nieuw werk op
Verzin een voorbeeld van een nieuwe baan door technologische ontwikkeling. En welke baan is er verdwenen of veranderd?
Slide 14 - Slide
Check ✅
Werkloos
Ontslag
Opzegtermijn
UWV en werkloosheid
Technologische ontwikkeling
Slide 15 - Slide
Morgen
Oefentoets voor de proefwerk (hele lesuur)
Neem je rekenmachine en pen mee
Morgen ook werkboekcontrole
Slide 16 - Slide
Aan de slag 3.4
Maak opdrachten 42 t/m 56op blz. 80 t/m 83
Klaar?
Maak de herhalingsopdrachten van 3.4op blz. 91
Vragen?
Steek je hand op, ik kom eraan
Slide 17 - Slide
Oefenen
Lees de theorie van de les nog eens goed door en maak daarna de vragen van deze lesson up.
Succes!
Slide 18 - Slide
Wat is geregistreerde werkloosheid?
A
Als je ingeschreven staat bij het UWV.
B
Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
C
Als je zwart werkt.
D
Als je wit werkt.
Slide 19 - Quiz
Je bent geregistreerd werkloos als je ....
A
geen baan hebt
B
geen baan hebt en tussen 15 en 75 jaar bent
C
geen baan, tussen 15 en 75 jaar en actief op zoek naar werk bent
Slide 20 - Quiz
wanneer ben je officieel werkloos?
A
tussen 15 en pensioen en op zoek naar werk
B
op zoek naar werk
C
tussen 15 en pensioen
D
wanneer je geen werk hebt
Slide 21 - Quiz
wat is verborgen werkloosheid
A
Werkloosheid waarbij je je verstopt
B
Werkloosheid waarbij je niet wilt werken
C
Werkloosheid waar je wel wilt werken maar het UWV dit niet weet
D
Werkloosheid waar je geen recht op WW uitkering hebt.
Slide 22 - Quiz
In de zomer zijn er meer werknemers nodig in de horeca. Wat betekent dit voor de werkloosheid?
A
De werkloosheid stijgt
B
De werkloosheid daalt
Slide 23 - Quiz
Wie is werkloos?
A
Jasmijn (14) is op zoek naar haar eerste bijbaantje.
B
Tom (68) is gepensioneerd.
C
Willem (38) ontvangt iedere maand een WW-uitkering.
D
Roos werkt bij de Belastingdienst en is op zoek naar een nieuwe baan.
Slide 24 - Quiz
Wie is werkloos?
A
Monique (50) is huisvrouw en wil niet werken.
B
Sara (14) is op zoek naar een bijbaantje.
C
Tim (28) heeft geen werk en is op zoek naar een baan.
D
Bart (42) werkt in een supermarkt en is op zoek naar een nieuwe baan.
Slide 25 - Quiz
Wat is een opzegtermijn
A
proeftijd
B
geschoold werk
C
termijn dat je van te voren door moet geven dat je stopt met werken
D
geregistreerd werk
Slide 26 - Quiz
Welk begrip wordt hier beschreven? "Een afgesproken periode waarin je een arbeidsovereenkomst kunt opzeggen zonder dat daar een ontslagvergunning voor nodig is."
A
Proeftijd
B
Arbeidsovereenkomst
C
Cao
D
Opzegtermijn
Slide 27 - Quiz
Welk begrip past bij de volgende situatie?
Silas is bedrijfsleider bij een supermarkt. Hij heeft een nieuwe baan gekregen, maar kan pas over twee maanden weg bij zijn huidige werkgever.
A
arbeidsovereenkomst
B
opzegtermijn
C
tijdelijke baan
D
vaste baan
Slide 28 - Quiz
Wat is een taak van UWV?
A
ontslag geven
B
proeftijd
C
opzegtermijn
D
uitkering geven
Slide 29 - Quiz
UWV
A
Het UWV kijkt of je recht hebt op een nieuwe baan.
B
Je kijkt of je recht heb op een UWV-uitkering.
C
Het UWV kijkt of je recht hebt op een WW- uitkering.
D
De UWV helpt je met het zoeken van een nieuwe baan.
Slide 30 - Quiz
Wat is geregistreerde werkloosheid?
A
Als je ingeschreven staat bij het UWV.
B
Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
C
Als je zwart werkt.
D
Als je wit werkt.
Slide 31 - Quiz
Het UWV kan
A
je WW-uitkering regelen en kan je helpen aan een baan.
B
niet zoveel.
C
je ontslaan als je daar niet werkt.
D
iets met bowlingballen.
Slide 32 - Quiz
Wat is het doel van het UWV
A
meer mensen laten werken
B
mensen begeleiden
C
verbeteren van de arbeidsmarkt
Slide 33 - Quiz
wat is verborgen werkloosheid
A
Werkloosheid waarbij je je verstopt
B
Werkloosheid waarbij je niet wilt werken
C
Werkloosheid waar je wel wilt werken maar het UWV dit niet weet
D
Werkloosheid waar je geen recht op WW uitkering hebt.