Proeftoets H3 Water (2Havo)

Op het plaatje zie je bij de rode pijl een waterhoudende laag, een soort zoetwaterzak.
Hoe wordt zo'n waterhoudende laag (diep) in de ondergrond genoemd wat vaak heel oud is en niet meer wordt aangevuld?
1 / 39
next
Slide 1: Open question
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Op het plaatje zie je bij de rode pijl een waterhoudende laag, een soort zoetwaterzak.
Hoe wordt zo'n waterhoudende laag (diep) in de ondergrond genoemd wat vaak heel oud is en niet meer wordt aangevuld?

Slide 1 - Open question

This item has no instructions

Bekijk de bron, de waterbalans van Madrid.

Twee uitspraken:

1. In juli en augustus valt de meeste regen.
2. In december is er bijna geen verdamping

A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de bron, de waterbalans van Madrid.

Welke uitspraak is ONJUIST?
A
In februari valt er in Madrid meer water dan er verdampt.
B
In augustus is er te weinig water in de grond voor de landbouw.
C
In december en januari is de neerslag even groot als de verdamping.
D
Alle genoemde uitspraken zijn ONJUIST.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Gebruik de bron.
Geef de oorzaak waarom er in de zomer meer verdamping plaatsvindt.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Bij deze vraag kun je 1 punt verdienen.
Sleep de begrippen (links) naar de juiste betekenis (rechts):
Hoeveelheid water die een  gebied binnenkomt en uitgaat
Verschil tussen neerslag  en verdamping in een gebied.
Water dat steeds wordt  aangevuld.
Water dat verdampt en  weer neerslag wordt.
nuttige neerslag
vernieuwbare voorraad
waterbalans
waterkringloop

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Wat voor invloed heeft een warme zeestroom op de temperatuur en neerslag?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Hier zie je de waterverdeling op aarde.

Wat hoort er op de plek van de letters te staan?
A
A= zoet water, B= water in oceanen, C= gronwater, d= toegankelijk zoet water, e= ijskappen en gletsjers
B
A= grondwater, B= zoet water, C= toegankelijk zoet water, d= ijskappen en gletsjers, e= water in oceanen
C
A= ijskappen en gletsjers , B= zoet water, C= water in oceanen, d= grondwater, e= toegankelijk zoet water
D
A= water in oceanen, B= zoet water, C= ijskappen en gletsjers, d= toegankelijk zoet water, e= grondwater

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de klimaatdiagram. Je ziet een klimaatdiagram van Manaus, een plaats in Brazilie.
Kies de goede antwoorden.

1. Je kunt in deze klimaatdiagram wel / niet zien hoe warm het elke maand is.
2. Je kunt met deze klimaatgrafiek wel / niet uitrekenen hoeveel neerslag er in Manaus in een jaar valt.
3. Je kunt in deze klimaatgrafiek wel / niet zien hoe groot de nuttige neerslag is.
A
1. wel, 2. wel, 3. niet
B
1. niet, 2. wel, 3. niet
C
1. wel, 2. niet, 3. niet
D
1. niet, 2. niet, 3. wel

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk hieronder eerst de afbeelding. Niet elk gebied loopt evenveel risico om te overstromen. Sleep de zinnen (links) naar de juiste omschrijvingen (rechts):
Al het water verdwijnt in het riool en stroomt direct naar de rivier.
Dreiging voor een overstroming, soms door de zee, soms door een rivier
Water wordt niet  vastgehouden door de natuur.
Water waait tegen de kust omhoog en er is hevige regenval.
gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen.
gebieden met ontbossing stroomopwaarts.
gebieden op de route van tropische orkanen.
laaggelegen gebieden.

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

In woestijngebieden is soms landbouw mogelijk. Geef per zin aan of deze juist of onjuist is.

1. Er is irrigatie nodig om voldoende water bij de planten te krijgen.
2. Door verdamping wordt vaak meer water gebruikt dan de planten nodig hebben.
3. Bij druppelirrigatie krijgen de planten net niet genoeg water om te groeien.
4. In arme landen wordt meer irrigatie toegepast dan in rijke landen.

A
1 onjuist, 2 juist, 3 onjuist, 4 juist.
B
1 juist, 2 onjuist, 3 onjuist, 4 onjuist.
C
1 juist, 2 juist, 3 juist, 4 onjuist.
D
1 juist, 2 juist, 3 onjuist, 4 onjuist.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Waterstress/ waterschaarste zal in de toekomst steeds groter worden. Geef hiervoor een mogelijke verklaring.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist?

I. Elke droogmakerij is een polder.
II. Elke polder is een droogmakerij.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Water vasthouden is een van de drie trappen in de drietrapsstrategie. Waar kun je water vasthouden?

I. Water vasthouden kan in de bodem of door planten.
II. Water vasthouden kan in rivieren.


A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist?

I. Rivierwater is een voorbeeld van een vernieuwbare watervoorraad.

II. Al het drinkwater in Nederland komt uit rivieren.

A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 zijn juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Er zijn verschillende oorzaken voor wateroverlast in Nederland.
Maak de juiste combinaties van letters en cijfers.
A. Klimaatverandering
B. minder ruimte voor de rivier
C. Zeespiegelstijging.

1. rivieren kunnen water moeilijker lozen.
2. steden bij de rivier lopen gevaar
3. vaker piekafvoer door hoosbuien

A
A3, B2, C1.
B
A2, B3, C1.
C
A3, B1, C2.
D
A1, B2, C3

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Lees hiernaast eerst een krantenkop.

Hoe noem je zo’n hoge waterstand in een rivier?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Bij deze vraag kun je 1 punt verdienen. Deze vraag gaat over de drietrapsstrategie. Sleep de 3 woorden naar de juiste plek in de afbeelding.
vasthouden
lozen.
bergen

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Bekijk hiernaast eerst de afbeelding.

In de afbeelding kun je zien hoeveel zand er aan de Nederlandse kust is aangevoerd door mensen.
Hoe heet die aanvoer van zand?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Door zandsuppleties wordt geprobeerd om de zeereep te versterken. Welke twee natuurlijke krachten zorgen ervoor dat het zand van de zandsuppletie uiteindelijk in de duinen terecht komt?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Waarom zorgt verstedelijking en ontbossing voor een hogere piekafvoer in de rivier?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

In de lange kringloop van het water in de afbeelding zijn vier van de vijf
processen weergegeven die samen de kringloop van het water vormen.

Welk proces ontbreekt in de afbeelding?
A
afstroming
B
condensatie
C
infiltratie
D
verdamping

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Fysiek watertekort
Economische watertekort

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met de drietrapsstrategie?
A
Drie landen (Nederland, Duitsland en België) hebben samen afgesproken het waterprobleem op te lossen.
B
De afvoer van overtollig water gaat in drie stappen.
C
Het overtollige water kan op drie niveaus bewaard worden: hoog, gemiddeld en laag.
D
Er zijn drie retentiegebieden aangewezen om overtollig water te bewaren.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hieronder zie je rijtjes met woorden.
In welk rijtje horen alle begrippen of zinsdelen bij elkaar?
A
fossiel water – vernieuwbaar water – aquifer
B
infiltratie – verdamping – nuttige neerslag
C
vernieuwbaar water – duurzaam waterbeheer – watervoorraad blijft op peil
D
toename bestrating – ontbossing – toenemende infiltratie – riolering

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De hoeveelheid neerslag zegt niet alles over de droogte in een gebied. De hoeveelheid neerslag die de mens kan gebruiken, hangt ook af van de verdamping.
Met welk begrip duiden we neerslag min verdamping aan?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Bekijk de bron. De Drieklovendam is beroemd, omdat het de grootste stuwdam ter wereld. is.

Noem een voordeel die deze stuwdam heeft voor China.

Slide 26 - Open question

China A
Gebruik de bron.
De Nijl stroomt vanaf Ethiopië door Sudan door naar Egypte. In Ethiopië is een stuwdam gebouwd. Hierdoor ontvangt Egypte minder water. Egypte is afhankelijk van dit water. Geef vanuit de bron de reden waarom Egypte afhankelijk is van dit water.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Wat is een nadeel van een stuwdam?
A
In de droge tijd is genoeg water voor irrigatie
B
De waterafvoer is meer reguleerd
C
De stuwdam houdt vruchtbaar slib vast
D
Er kan elektriciteit opgewekt worden

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

De waterbalans van Nederland laat zien dat de neerslag en de rivieren voor aanvoer van zoet water zorgen.

Welke andere bron zorgt eveneens voor de aanvoer van zoet water?
A
grondwater
B
verdamping
C
smeltend landijs
D
piekafvoer

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

De waterbalans gaat over inkomend water en uitgaand water.
Noem twee manieren waarop water een gebied verlaat.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent klimaatadaptatie?
A
Dieren die uitsterven door klimaatverandering
B
Stoppen met gebruik van fossiele brandstoffen (kolen, olie en gas)
C
Leefomgeving aanpassen aan klimaatverandering
D
Dijken voldoen aan wettelijke waterveiligheidsnormen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Ruimte voor de Rivier:
Sleep de maatregel naar de juiste tekening.
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaardafgraving
Kribverlaging

Slide 32 - Drag question

Nederland AB
Ten zuiden van de stad Kampen is een nevengeul aangelegd.
Beargumenteer dat in de stad Kampen de kans op wateroverlast verandert door de nevengeul. Doe het zo: − Kies eerst of de waterstand in Kampen tijdens hoogwater hoger of lager wordt door de nevengeul. − Geef daarna een argument voor je keuze.

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Een voorbeeld van duurzamer watergebruik zijn:
A
regenwater opvangen om het toilet door te spoelen
B
je mountainbike schoonspuiten met een hogedrukspuit
C
overstappen van druppelirrigatie op geulirrigatie
D
het afsnijden van rivierbochten

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Tot de risicogebieden voor overstromingen behoren gebieden aan de voet van gebergten.

Dit zijn vooral de gebieden met:
A
een rotsige ondergrond
B
veel water in de aquifers
C
geringe nuttige neerslag
D
weinig waterleidingen en pompen

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions


Hieronder zie je diverse gebeurtenissen. Wat is de juiste volgorde?
1. Het overstromingsrisico van het kustgebied neemt toe.
2. In 1964 is de Aswandam in het zuiden van Egypte in gebruik genomen.
3. Kustafslag wordt niet langer gecompenseerd door sediment van de Nijl.
4. Er komt via de Nijl geen korrel zand meer in de benedenloop.

A
2 --> 4 --> 3 --> 1
B
4 --> 2 --> 3 --> 1
C
2 --> 3 --> 4 --> 1
D
2 --> 1 --> 4 --> 3

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions


Klik op de afbeelding om in te zoomen. Lees eerst het krantenartikel.
Stichting MEERgroen wil af van betegelde tuinen zodat de wateroverlast door hevige neerslag vermindert.
Noem het onderdeel van de waterkringloop dat makkelijker gaat door het verwijderen van tegels uit tuinen. 

Slide 37 - Open question

This item has no instructions


Beoordeel onderstaande stellingen. 

I. Gebieden met veel neerslag hebben nooit een tekort aan zoet water.
 
II. Gebieden met weinig neerslag kunnen toch over voldoende zoet water beschikken.
A
Alleen uitspraak I is juist
B
Alleen uitspraak II is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

Welk soort polder zie je in de afbeelding?

A
Een veenpolder
B
Een zeepolder
C
Een getijdenpolder
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions