This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
We gaan naar een andere dimensie
Slide 2 - Slide
Wat zijn dimensies?
een manier hoe je naar een situatie kan kijk.
het zijn verschillende invalshoeken
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Lesdoelen
Na deze les kun je....
Benoemen welke dimensies er zijn en bij ieder een voorbeeld benoemen.
De verschillende dimensies toepassen op een onderwerp.
Slide 5 - Slide
Fysische dimensie
Natuurlijke kenmerken:
Klimaat
Weer
Grondsoort
Bergen of juist vlak
Slide 6 - Slide
Economische dimensie
Geld verdienen:
Inkomen
Werkgelegenheid
Handel
Werkeloosheid
Slide 7 - Slide
Demografische dimensie
Meetbare bevolkingskenmerken
Artsendichtheid
Analfabetisme
Bevolkingsspreiding/-dichtheid
urbanisatiegraad/-tempo
Dus geen culturele kenmerken,
maar meer algemene kenmerken.
Slide 8 - Slide
Sociale-culturele dimensie
Kenmerken van bewoners:
Geloof
Taal
Cultuur (gebruiken)
Familieverhoudingen
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Politieke dimensie
Politieke invloed van:
Overheid
Gemeenten
Belangengroepen
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Dimensies en in en uit zoomen
belangrijke vaardigheden voor aardrijkskunde
planning:
korte uitleg
oefenen
Slide 13 - Slide
Sleep de kenmerken naar de juiste aardrijkskunde dimensies.
fysische dimensie
politieke dimensie
demografische dimensie
sociaal-culturele dimensie
economische dimensie
religie
geboortecijfer
vulkanen
arm en rijk
democratie
Slide 14 - Drag question
Welke aardrijkskundige dimensies herken je? Het kunnen er meer dan één zijn.
‘Ecuador gaat olie uit natuurpark winnen’.
A
Culturele dimensie
B
Economische dimensie
C
Natuurlijke dimensie
D
Politieke dimensie
Slide 15 - Quiz
Welke aardrijkskundige dimensies herken je? Het kunnen er meer dan één zijn.
‘Opwarming aarde is schuld van de mens’.
A
Culturele dimensie
B
Economische dimensie
C
Natuurlijke dimensie
D
Politieke dimensie
Slide 16 - Quiz
Welke aardrijkskundige dimensies herken je? Het kunnen er meer dan één zijn.
‘Zeehondenbont Eskimo’s mag EU nog in’.
A
Culturele dimensie
B
Economische dimensie
C
Natuurlijke dimensie
D
Politieke dimensie
Slide 17 - Quiz
Welke aardrijkskundige dimensies herken je? Het kunnen er meer dan één zijn.
‘Zeehondenbont Inuit mag EU nog in’.
A
Culturele dimensie
B
Economische dimensie
C
Natuurlijke dimensie
D
Politieke dimensie
Slide 18 - Quiz
Welke aardrijkskundige dimensies herken je? Het kunnen er meer dan één zijn.
‘Opwarming aarde zorgt voor zeespiegelstijging’.
A
Culturele dimensie
B
Economische dimensie
C
Natuurlijke dimensie
D
Politieke dimensie
Slide 19 - Quiz
Welke aardrijkskundige dimensies herken je? Het kunnen er meer dan één zijn.
‘Dorpen moeten door de drieklovendam verhuizen.
A
Culturele dimensie
B
Economische dimensie
C
Natuurlijke dimensie
D
Politieke dimensie
Slide 20 - Quiz
Welke aardrijkskundige dimensies herken je? Het kunnen er meer dan één zijn.
‘Opwarming aarde is schuld van de mens’.
A
Culturele dimensie
B
Economische dimensie
C
Natuurlijke dimensie
D
Politieke dimensie
Slide 21 - Quiz
Welke aardrijkskundige dimensies herken je? Het kunnen er meer dan één zijn.
‘Kabinet stelt besluit over schaliegaswinning uit’.
A
Culturele dimensie
B
Economische dimensie
C
Natuurlijke dimensie
D
Politieke dimensie
Slide 22 - Quiz
Vragen over dimensies: De beslissingen van Poetin horen bij?
A
Economisch
B
Politiek
C
Sociaal-cultureel
D
Fysisch
Slide 23 - Quiz
Vanuit welke dimensies is de migratie van Afrika naar Europa te verklaren?
A
Economisch en sociaal-cultureel
B
demografisch en politiek
C
Politiek en fysisch
D
politiek en economisch
Slide 24 - Quiz
Handel tussen Israël en Europa kan niet dagelijks plaatsvinden. In Israël is de zaterdag de vrije werkdag (Sabat), in Europa de zondag. welke twee dimensies horen hier bij?
A
culturele
B
demografische
C
economische
D
politieke
Slide 25 - Quiz
Het kappen van tropisch regenwoud is goed. Het levert veel banen op en het land kan zich ontwikkelen.
A
economisch
B
natuurlijke
C
politeke
D
demografische
Slide 26 - Quiz
India en China zijn sterk groeiende economieën. Dit komt mede door het grote inwoneraantal van 1,3 miljard in beide landen.
A
economische
B
demografische
C
culturele
D
politieke
Slide 27 - Quiz
Globalisering leidt tot economische groei. Dit pakt echter slecht uit voor het broeikaseffect, door het vele transport.
A
economische
B
fysisch/natuurlijke
C
demografische
D
politieke
Slide 28 - Quiz
Windmolens en zonneparken zijn positieve ontwikkelingen. Ze kosten veel geld, maar op termijn leveren ze winst op, omdat wind en zon oneindig zijn.
A
economische
B
natuurlijke
C
demografische
D
politieke
Slide 29 - Quiz
veel bedrijven verplaatsen hun productie naar lage loon landen omdat de lonen lager liggen
A
poltieke
B
economische
C
culturele
D
demografische
Slide 30 - Quiz
veel callcenters verplaatsen hun bedrijven naar India om de taal. ze spreken daar goed engels
A
culturele
B
economische
C
politieke
D
demografische
Slide 31 - Quiz
De fysische dimensie gaat over
A
Machthebbers
B
Inkomen
C
Cultuur
D
Natuur
Slide 32 - Quiz
Bij welke dimensie hoort: Carnaval
A
Natuurlijk
B
Sociaal-Cultureel
C
Economisch
D
Politiek
Slide 33 - Quiz
Onder welke dimensie valt de bevolkingsgroei
A
Demografisch
B
Sociaal-cultureel
C
Economisch
D
Politiek
Slide 34 - Quiz
Wat is een voorbeeld van de culturele dimensie?
A
In India is veel urbaan-rurale migratie
B
In India is er een democratie
C
in India worden veel talen gesproken
D
in India komt elke zomer de moesson
Slide 35 - Quiz
Wat onderzoek je bij de demografische dimensie
A
de economie
B
De cultuur
C
De bevolking
D
De geologie
Slide 36 - Quiz
Wintersport is gunstig vanuit de economische dimensie, maar niet goed vanuit de natuurlijke dimensie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 37 - Quiz
De olielekkages en vervuiling vallen onder de .. dimensie
A
economisch
B
politiek
C
fysisch
D
demografisch
Slide 38 - Quiz
Ondervoeding past bij de volgende dimensie...
A
politiek
B
natuurlijk
C
sociaal-cultureel
D
economisch
Slide 39 - Quiz
Slide 40 - Video
nu over in het uit zoomen
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Vroeger was klimaatverandering veel plaatselijker. Op welk niveau vond het toen meestal plaats?
A
mondiaal
B
regionaal
C
continentaal
D
nationaal
Slide 43 - Quiz
Slide 44 - Slide
De CL-finale wordt in 200 landen live uitgezonden!