De regering regeert
1 / 19
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
<Wél in regering niet in regering>
Slide 6 - Drag question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Op Prinsjesdag leest de regering de plannen van de regering voor.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Partijen die de regering steunen en ministers in de regering hebben.
A
Staten-Generaal
B
Coalitiepartijen
C
Oppositiepartijen
D
Coalitiekabinet
Slide 16 - Quiz
De Regering is de..?
A
Rechtsprekende- en uitvoerende macht
B
Wetgevende- en Rechtsprekende macht
C
Wetgevende- en uitvoerende macht
D
Uitvoerende- en beslissende macht
Slide 17 - Quiz
Wat is een demissionair kabinet?
Slide 18 - Open question
Geef per uitspraak aan of deze WAAR of NIET WAAR is
WAAR
NIET WAAR
De formateur kijkt welke partijen met elkaar kunnen samenwerken
De informateur wordt gekozen door de Koning
Het kabinet wordt officieel beëdigd door de Koning
Coalitiepartijen schrijven een regeerakkoord
Oppositiepartijen leveren ministers
De formateur wordt meestal zelf minister-president
