Personal pronouns

1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsBasisschoolGroep 6,7

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

The goal of today’s lesson is.....
Learning words like, I, you, he, she, it, we and they.

Slide 2 - Slide

PERSONAL PRONOUNS

Persoonlijke voornaamwoorden zijn woordjes zoals ik, hij, zij, hun, jullie enz.

She is very sweet.
They are always late.
Why do you like him?

Slide 3 - Slide

LET OP! HET ENGELSE WOORD 'I' SCHRIJF JE ALTIJD MET EEN HOOFDLETTER, OOK AL STAAT HET MIDDEN IN DE ZIN!
Dit zijn persoonlijke voornaam-
woorden die gaan over het ONDERWERP. Ze staan aan het begin van de zin.

Slide 4 - Slide

Vul aan:
___ (ik) am 12 years old.
A
You
B
He
C
They
D
I

Slide 5 - Quiz

Vul aan:
__ (zij) are always nice to them.
A
you
B
us
C
they
D
me

Slide 6 - Quiz

Vul aan:
___ (hij) is late for school.
A
They
B
She
C
He
D
It

Slide 7 - Quiz

Vul aan:
___ (zij) is dreaming
A
They
B
She
C
He
D
It

Slide 8 - Quiz

Vul aan:
___ (jij) are doing your homework.
A
They
B
You
C
He
D
It

Slide 9 - Quiz

Vul aan:
___ (wij) are watching tv.
A
We
B
You
C
He
D
It

Slide 10 - Quiz

Vul aan:
___ (het) hangs on the wall.
A
They
B
You
C
He
D
It

Slide 11 - Quiz

Maak nu minimaal 2 opdrachten via de link hieronder. 

Slide 12 - Slide

Hoe gingen de opdrachten via de link?

Slide 13 - Open question

The goal of today’s lesson is... learning words like, I, you, he, she, it, we and they.
Is dit gelukt?
Yes
No
Almost (bijna)

Slide 14 - Poll

Wat vond je makkelijk vandaag?

Slide 15 - Open question

Wat vond je moeilijk vandaag?

Slide 16 - Open question

Goodbye!

Slide 17 - Slide