H3 2.3

Welkom :)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom :)

Slide 1 - Slide

Startopdracht
tweetallen, 3 min

  1. Wat betekent evenwicht? hoe ziet het eruit?
  2. Hoe groot is de zwaartekracht op de persoon op de weegschaal?
  3. De kinderen hebben dezelfde massa.
    wie heeft de grootste zwaartekracht?
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Vandaag:
  • Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. 
  • Vraag? hand opsteken
  • Checkvragen maken
  • Opdrachten maken. 
  • Controle & afsluiting

Slide 3 - Slide

Waarom?

Slide 4 - Slide

Leerdoel
Je kunt het principe van een hefboom uitleggen.

Je kunt de arm van een kracht meten.

Je kunt het moment uitrekenen met de arm en kracht.

Je kunt rekenen met de momentenwet.

Slide 5 - Slide

Hefboom
Met een hefboom kun je met een kleine kracht een grote kracht leveren.
Het punt waar een hefboom
omheen draait heet het draaipunt

Slide 6 - Slide

Hefboom in evenwicht
De hefboom is in evenwicht. 
Het moment linksom is gelijk aan het moment rechtsom.

Slide 7 - Slide

Hefboom in evenwicht
De hefboom is niet in evenwicht. 
Het moment linksom is groter dan het moment rechtsom.

Slide 8 - Slide

Hefboom in evenwicht
De hefboom is niet in evenwicht. 
Het moment rechtsom is groter dan het moment linksom.

Slide 9 - Slide

Arm
De arm is de afstand tussen de werklijn van een kracht en het draaipunt

Slide 10 - Slide

In welke afbeelding is de arm goed getekend?

Slide 11 - Slide

Moment
Moment of krachtmoment is een grootheid 
De eenheid is newtonmeter (Nm)

Moment = kracht × arm
M = F × r

r = is lengte van de arm in meter (m)

Slide 12 - Slide

De arm van een kracht van 6 N is 50 cm.
Hoe groot is het moment?
A
3 Nm
B
12 Nm
C
300 Nm
D
300 N

Slide 13 - Quiz

De arm van een kracht van 20 N is 5,2 meter.
Bereken het moment.

Slide 14 - Open question

Momentenwet
Als een hefboom in evenwicht is, is het moment linksom gelijk aan het moment rechtsom

Mlinksom = Mrechtsom
Flinks × llinksom = Frechtsom ×  lrechtsom


Slide 15 - Slide

Hefboom in werktuigen

Slide 16 - Slide

blz
90

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

blz 89

Slide 19 - Slide

Huiswerk
2.3 afmaken

Slide 20 - Slide