kennismaken ISK 4

• Nederlands
• ISK

kennismaken ISK 4

Welkom ISK-4!

Hoe gaat het met jullie vandaag?

😀 🙂 😐 ☹️ 😡

1. Wie ben ik?

2. Wie zijn jullie?

3. Secret friends

4. Hoe was de vakantie

4. Regels op school

5.  schoolspullen

6. 

Wie ben ik?

Meneer de Boer

Wie zijn jullie: namenspel

1. Ga in een kring zitten

2. Zeg jouw naam

3. de leerling naast jou zegt zijn naam en jouw naam

Wie zijn jullie: waar of niet waar?

1. Schrijf 2 dingen op die waar zijn

2. Schrijf 1 ding op dat niet waar is. 

3. de rest van de klas raadt welke niet waar is

Voorbeeld: 

1. Ik ben ooit in Turkije geweest

2. Ik woon in Den Haag

3. Ik ben ooit uit een vliegtuig gesprongen

Secret friends

1.  Iedereen krijgt een geheime vriend op een kaartje.

2. Je vertelt aan niemand wie jouw geheime vriend is.
3. In september ben jij stiekem extra aardig voor jouw geheime vriend. 

4.  Aan het einde van de maand gaat iedereen raden wie zijn/haar geheime vriend was. 

Hoe was de vakantie

1. leuke dingen en minder leuke dingen

twee kaartjes; 

- Op het ene kaartje schrijf je iets dat heel leuk was in de vakantie

- Op het andere kaartje schrijf je iets dat helemaal niet leuk was in de vakantie. 

Ansichtkaart maken

1. Op de voorkant maak jij een tekening van jouw vakantie

Op de achterkant schrijven wij 2 dingen

1. Jouw adres 

2. Een verhaal van jouw vakantie

Doelen voor dit jaar:

1. Wat wil jij aan het einde van het jaar bereikt hebben?

Op welk niveau zit jij?

1. Op welk niveau zit jij?

2. Op welk niveau wil jij aan het einde van dit schooljaar zijn?

Hoe ga jij op dat niveau komen?

1. Wat moet jij doen om op dat niveau aan het einde van het schooljaar te komen?

Schrijf 3 dingen op

Regels in de klas:

Om onze doelen te bereiken hebben wij ook regels in de klas nodig. 

Welke regels willen jullie in de klas?

10 regels:

1. Ik deel de klas in 2 groepen op. 

2. Elke groep schrijft 10 regels op voor de klas

3. Daarna gaan wij stemmen over de regels

4. Wij kiezen 10 regels voor de klas. 

Schoolspullen

1. Laptop

2. DISK map

3. Magister

De schoolregels

1. Schoolregels gaan meestal over 007

2. Wanneer moet jij naar 007

Naar buiten in de pauze

1. ISK 7 en 8 mogen naar buiten

2. ISK 1,2,3,4,5,6 niet

Welkom in de mentorles!

Begin met de vraag: waar hebben we het de vorige les over gehad? 

Laat leerlingen benoemen:

- samenleving/maatschappij

- sociale omgeving

- identiteit

- regels en wetten

- sociaal wezen

- etc.

Hoe gaat het met jullie vandaag?

😀 🙂 😐 ☹️ 😡

1. klassenregels maken

2. Ansichtkaart maken

3. Quiz; 007 

4. Waar of niet waar

5.  schoolspullen

6. Kunst

7. Midgetgolf

Klassenregels

1. Gisteren hebben wij de klassenregels bedacht

2. Vandaag gaan wij een bord maken met de regels voor de klas

3. Wie wilt dit doen?

Ansichtkaart maken

1. Op de voorkant maak jij een tekening van jouw vakantie

Op de achterkant schrijven wij 2 dingen

1. Jouw adres 

2. Een verhaal van jouw vakantie

Naar buiten in de pauze

1. ISK 7 en 8 mogen naar buiten

2. ISK 1,2,3,4,5,6 niet

Quiz; Wanneer naar 007?

Schoolspullen

1. Laptop

2. DISK map

3. Magister

Wie zijn jullie: waar of niet waar?

1. Schrijf 2 dingen op die waar zijn

2. Schrijf 1 ding op dat niet waar is. 

3. de rest van de klas raadt welke niet waar is

Voorbeeld: 

1. Ik ben ooit in Turkije geweest

2. Ik woon in Den Haag

3. Ik ben ooit uit een vliegtuig gesprongen

Welkom in de mentorles!

Begin met de vraag: waar hebben we het de vorige les over gehad? 

Laat leerlingen benoemen:

- samenleving/maatschappij

- sociale omgeving

- identiteit

- regels en wetten

- sociaal wezen

- etc.

Hoe gaat het met jullie vandaag?

😀 🙂 😐 ☹️ 😡

1. Quiz 007

2. klassenvertegenwoordiger

3. Wat kun je doen met..

4. speurtocht door de school

4. 

Klassenvertegenwoordiger

een klassenvertegenwoordiger praat namens de klas. 

Zij/hij zegt wat de klas wilt. 

We hebben er 2 nodig. Wie wilt dit zijn?

1 jongen : Adam

1 meisje: Rahila

Wat kun je doen met....

We gaan nu een spel spelen om jouw taal te verbeteren

bij dit spel moet je zo veel mogelijk dingen verzinnen die jij kan doen met een voorwerp

ik geef jullie het voorwerp en jullie schrijven zoveel mogelijk dingen op die je ermee kan doen. 

Het groepje met de meeste dingen wint

Voorbeeld;

Wat kan je doen met een passer?

Wat kan je doen met een passer

1. een rondje tekenen.

2. een band leksteken

3. in het plafond gooien

4. als potlood gebruiken

5. gebruiken als lineaal

Wat kan je doen met

een konijn

Wat kan je doen met

een luxe auto

Wat kan je doen met

een prullenbak

Wat kan je doen met