U4 - onregelmatig werkwoord aller

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Aller betekent:
A
maken
B
zijn
C
gaan
D
hebben

Slide 2 - Quiz

typ zoveel mogelijk
Franse vormen
die je kent van Aller

Slide 3 - Mind map

Tu ...... en vacances en France?
A
va
B
vas

Slide 4 - Quiz

Nous .......... au cinéma
A
allons
B
va

Slide 5 - Quiz

Je ........ faire du shopping au centre-ville.
A
vais
B
vont

Slide 6 - Quiz

Elles ......... jouer au tennis.
A
allez
B
vont

Slide 7 - Quiz

Oscar ..... à Lille avec ses copains.
A
va
B
vas

Slide 8 - Quiz

maak hier het rijtje van aller met de persoonlijk voornaamwoorden (je...., tu.... etc.)

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

..... ....... jouer au foot dans le jardin
(wij gaan) - let op hoofdletter

Slide 11 - Open question

..... ... ....... ..... faire des courses
(Louise en Linda gaan)

Slide 12 - Open question

Aujourd'hui, ....... ........ faire tes devoirs.
(jij gaat)

Slide 13 - Open question

..... ...... à la boulangerie au village.
(Jullie gaan)

Slide 14 - Open question

...... ...... habiter au deuxième étage. (Gabriel gaat)

Slide 15 - Open question

vertaal naar NL:
Vous allez danser à la discothèque?

Slide 16 - Open question

Vertaal naar NL:
Tu vas regaerder un film à la télé?

Slide 17 - Open question

Ik kan het werkwoord 'aller' al goed toepassen
ja
nee
een beetje

Slide 18 - Poll