herhalings les voor het SO 2mavo

herhalingsles
onderdeel 1: Wat ga je leren? :
pagina 132/133 het bezittelijk voornaamwoord. zorg dat je dit op de juiste plaats kunt zetten.
 onderdeel 2: pagina 133 aanwijzend voornaamwoord. zorg dat je dit op de juiste plaats in de zin kunt zetten.
onderdeel 3:( pagina 136/137) zorg dat je werkwoorden kunt vervoegen in het frans. Wil je hiermee oefenen? ga naar verbuga.eu
de werkwoorden op pagina 137 moet je (f/n en n/f ) kennen.



1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

herhalingsles
onderdeel 1: Wat ga je leren? :
pagina 132/133 het bezittelijk voornaamwoord. zorg dat je dit op de juiste plaats kunt zetten.
 onderdeel 2: pagina 133 aanwijzend voornaamwoord. zorg dat je dit op de juiste plaats in de zin kunt zetten.
onderdeel 3:( pagina 136/137) zorg dat je werkwoorden kunt vervoegen in het frans. Wil je hiermee oefenen? ga naar verbuga.eu
de werkwoorden op pagina 137 moet je (f/n en n/f ) kennen.



Slide 1 - Slide

sa
son
nos
votre
mon

Slide 2 - Drag question

Où est (jouw) portable (m).

Slide 3 - Open question

onze
hun
mijn
jouw
zijn/haar
jullie / uw
ma/mon/mes
son/sa/ ses
leur/leurs
ton/ ta / tes
notre/ nos
votre / vos

Slide 4 - Drag question

Non, il ne lisent pas (hun) messages.

Slide 5 - Open question

(jouw) père est à la maison maintenant!

Slide 6 - Open question

Tu as lu ( die) nouvelles
A
cet
B
ce
C
cette
D
ces

Slide 7 - Quiz

(die) photo (v) est magnifique

Slide 8 - Open question

J'ai regardé (die) émission à la télé?

Slide 9 - Open question

kies de juiste:

begint een woord met een klinker dan kies ik
ce, cette, ces, cet
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 10 - Quiz

Ik werk (travailler)
A
je travailles
B
Je travaille
C
je cherche
D
tu trouves

Slide 11 - Quiz

Wij organiseren (organiser)

Slide 12 - Open question

vertaal: Mike zoekt (chercher)

Slide 13 - Open question

Ik vind ( trouver)

Slide 14 - Open question

Micha en Lisa praten (parler)
A
Micha et Lisa parlent
B
Micha et Lisa parle
C
Micha et Lisa parles
D
Micha et Lisa parlons

Slide 15 - Quiz

Ik vergeet

Slide 16 - Open question