Type het woord in ( zoals normaal bij een dictee zeg ik natuurlijk: "schrijf op").
Let ook goed op de hoofdletters! Staat het woord aan het begin van de zin dan moet het met een hoofdletter, je krijgt een hoofdletter door shift in te drukken met de eerste letter van dat woord. In andere woorden moet je dus GEEN hoofdletters!
Controleer op het goed geschreven is. Dan wordt het vakje groen.
Schrijf de categorie achter het luidsprekertje op, als je het woord fout geschreven hebt. Bij 1 fout of meer moet je de categorie extra goed oefenen(spellingoefenen.nl) en die uitlegkaart(en) nog eens goed doornemen! Heb je 0 fout dan zit die categorie er goed in!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Oefendictee blok 5 week 1
Klik op de het paarse knopje rechts boven.
Luister naar de zin.
Type het woord in ( zoals normaal bij een dictee zeg ik natuurlijk: "schrijf op").
Let ook goed op de hoofdletters! Staat het woord aan het begin van de zin dan moet het met een hoofdletter, je krijgt een hoofdletter door shift in te drukken met de eerste letter van dat woord. In andere woorden moet je dus GEEN hoofdletters!
Controleer op het goed geschreven is. Dan wordt het vakje groen.
Schrijf de categorie achter het luidsprekertje op, als je het woord fout geschreven hebt. Bij 1 fout of meer moet je de categorie extra goed oefenen(spellingoefenen.nl) en die uitlegkaart(en) nog eens goed doornemen! Heb je 0 fout dan zit die categorie er goed in!
Slide 1 - Slide
R4-a schrijf het woord op.
1.
Slide 2 - Open question
R4-a schrijf het woord op.
2.
Slide 3 - Open question
R4-a schrijf het woord op.
3.
Slide 4 - Open question
R4-a schrijf het woord op.
4.
Slide 5 - Open question
R4-a schrijf het woord op.
5.
Slide 6 - Open question
02 schrijf het woord op.
6.
Slide 7 - Open question
02 schrijf het woord op.
7.
Slide 8 - Open question
O2 schrijf het woord op.
8.
Slide 9 - Open question
O2 schrijf het woord op.
9.
Slide 10 - Open question
O2 schrijf het woord op.
10.
Slide 11 - Open question
K4 schrijf het woord op.
11.
Slide 12 - Open question
K4 schrijf het woord op.
12.
Slide 13 - Open question
K4 schrijf het woord op.
13.
Slide 14 - Open question
k4 schrijf het woord op.
14.
Slide 15 - Open question
K4 schrijf het woord op.
15.
Slide 16 - Open question
Dat was hem!
blijven oefenen, volgende week hebben we dictee van blok 4!