Om iets te doen, heb je energie nodig.
Er zijn verschillende soorten energie, bijvoorbeeld:
elektrische energie, bewegings-energie, warmte en chemische energie.
Elektrische energie komt uit het stopcontact of uit batterijen.
Een rijdende fiets heeft bewegings-energie.
Warmte ontstaat bijvoorbeeld door brandstof te verbranden.
Chemische energie zit in brandstoffen.
Hout en benzine zijn brandstoffen.