Les 2 - Formatieproces

Les 2 - Formatieproces
Burgerschap 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Les 2 - Formatieproces
Burgerschap 

Slide 1 - Slide

Op 22 november ging Nederland naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen. Wat gebeurt er nu alle stemmen zijn geteld? 

Slide 2 - Slide

Wat weet je na deze les?
  • Je kunt uitleggen hoe er na de verkiezingen een nieuwe regering wordt gevormd.
  • Je kunt het gehele formatieproces uitleggen.
  • Je kent de volgende begrippen: formatieproces, verkenner, informateur, formateur, coalitie, oppositie, gedoogsteun, meerderheidskabinet & minderheidskabinet

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Tot 2012 had de koning de rol van verkenner.
Nu gaat de voorkeur uit naar een persoon met afstand tot de politiek.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Hoeveel dagen denk je dat het in Nederland gemiddeld duurt tot er een nieuw kabinet is gevormd?

Slide 10 - Open question

Regering ≠ Kabinet
De regering bestaat uit de Koning en de ministers
Het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen


Dagelijks bestuur van Nederland

Slide 11 - Slide

Samenvattend
  • Coalitie: de partijen die met elkaar samenwerken in het kabinet
  • Het Kabinet/Regering is het dagelijks bestuur en heeft een uitvoerende functie (ministers en staatssecretarissen) 
  • Oppositie: de partijen die niet deelnemen aan het kabinet. Zij hebben een controlerende functie in de Tweede Kamer. 
Het Kabinet heeft een meerderheid in de Tweede Kamer nodig om goed te kunnen regeren. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Laten we nu eens kijken wat je nog weet van deze les... 

Slide 14 - Slide

Hoeveel zetels moet je hebben voor een meerderheid in de Tweede Kamer?
A
51
B
75
C
76
D
150

Slide 15 - Quiz

Een coalitie bestaat in Nederland altijd uit twee of meer partijen
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving ‘een overeenkomst tussen coalitiepartijen over het te voeren beleid in de regeerperiode van vier jaar’.
A
regeerakkoord
B
compromis
C
formatief akkoord
D
formatiehandeling

Slide 17 - Quiz

Waartoe leidt de formatie?
A
Het benoemen van fractievoorzitters
B
Verdeling van de Kamerzetels
C
De aanstelling van een nieuw kabinet
D
De vorming van een nieuwe oppositie.

Slide 18 - Quiz

Stelling: de formatie duurt in Nederland meestal kort (2-4 weken) doordat partijen snel tot compromissen komen.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste volgorde voor de formatie van een kabinet?
A
regeerakkoord - formateur - informateur - beëdiging kabinet
B
formateur - regeerakkoord - informateur - beëdiging kabinet
C
informateur - formateur - regeerakkoord - beëdiging kabinet
D
informateur - regeerakkoord - formateur - beëdiging kabinet

Slide 20 - Quiz

Stelling: de formateur wordt meestal de minister-president
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Link

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Slide

Geef aan of jij vindt of er een meerderheid -of minderheidskabinet moet komen en leg uit waarom.

Slide 28 - Open question