H - grammaire et écrire (deuxième cours)

Aujourd'hui, 
c'est le...
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aujourd'hui, 
c'est le...

Slide 1 - Slide

Programme - 1HV4
1) Online omgeving - Grandes Lignes
- H1: Salut, c'est moi! aanklikken. 
- Oefentoets
- Oordoppen - exercice 1

2) Learnbeat -> 2.2 extra opdrachten
- C: Werkwoord: avoir - hebben
- D: Leesvaardigheid              



Slide 2 - Slide

Aujourd'hui, 
c'est le...

Slide 3 - Slide

Leesvaardigheid &

Schrijfvaardigheid


En silence...

Prêt / Klaar? Lever jouw schrijfopdracht in
en oefen woorden E & F

Slide 4 - Slide

Prends
des notes!

Slide 5 - Slide

timer
8:00

Slide 6 - Slide

Programme - 1HV5
1) Correction - les devoirs
- Exercice 30ab & 31cde (p. 48)
              
2) Online omgeving - Grandes Lignes
- H1: Salut, c'est moi! aanklikken.
- Oefentoets
- Oordoppen - exercice 1


Slide 7 - Slide

Aujourd'hui, c'est le ...
Objectif: Aan het einde van deze les heb je woordenschat herhaald. Heb je een stukje gelezen over familieleden en heb je geschreven over jouw familie.

Qu'est-ce que nous allons faire aujourd'hui?
- La répétition de la grammaire: le vocabulaire
- Leesvaardigheid: la famille de Laure
- Schrijfvaardigheid: ta famille 

Slide 8 - Slide

Le vocabulaire & la grammaire

Slide 9 - Slide

december
uitnodigen
familie
klas
ouders
vader
moeder
broer
sportief
zus
nichtjes
neef
décembre
inviter
famille
classe
parents
père
cousines
cousin
soeur
mère
frère
sportif

Slide 10 - Drag question

ik
jij
hij
zij
men/we
wij
jullie/u
zij(m)
zij (v)
Les pronoms personnels
- persoonlijk voornaamwoorden.
Je
Elles
Nous
il
Tu
Elle
Vous
ils
On

Slide 11 - Drag question

as
ont
avons
ai
avez
a
J'
Tu
Il
Nous
Vous
Ils

Slide 12 - Drag question

j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Grammaire 'Avoir'  hebben
ik heb
jij hebt
hij/zij/men heeft 
wij hebben
jullie hebben/ u heeft
zij hebben

Slide 13 - Drag question

Ik heb
Jij hebt
Hij / zij heeft
wij hebben
zij hebben
jullie hebben
nous avons
nous avez
vous avez
Tu a
Tu as
J'ai
Je ai
Ils / elles ont
Il / elle a
Il / elle as

Slide 14 - Drag question

Hoe oud ben je?

Slide 15 - Open question

Ik ben 12 jaar
Getal voluit schrijven / hoofletter / punt

Slide 16 - Open question

Voici ma famille

Slide 17 - Slide

le père
la tante
le frère
le fils
la grand-mère
la cousine
le cousin
le grand-père
la mère
l'oncle
la fille
la soeur

Slide 18 - Drag question

Lire
Leesvaardigheid

Slide 19 - Slide

La famille de Laure
1. Maak de stamboom compleet
2. Hoe oud is de opa van Laure?
3. Wie is Bruno?
4. Wie zijn Joseph en Sophie?
5. Hoeveel kinderen hebben
Joseph en Sophie?
6. Hoe heet de neef van Laure en
hoe oud is hij
7. Wie zijn Eric en Nathalie?
8. Maak de puzzel achterop de stamboom

Slide 20 - Slide

Écrire - Schrijfvaardigheid
Écris un texte sur ta (jouw) famille. Écris les noms et les âges.













Slide 21 - Slide

Les devoirs 1HV

Apprendre (leren) 
Le vocabulaire A & B - page 52
Phrases-clés (zinnen) C - page 54
/ Grammaire D (het lidwoord) - page 55

Slide 22 - Slide

Au travail!
Prêt? Slim stampen 
En silence, zodat iedereen zich kan concentreren

Slide 23 - Slide

Vertaal:

Slide 24 - Mind map