2. Overeenkomst en verwantschap

1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
  1. Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.
  2. Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
  3. Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Introductie
Er zijn al zo'n 1,8 miljoen soorten organismen ontdekt en beschreven. En er zijn nog veel meer soorten die nog niet zijn ontdekt. Om een overzicht te krijgen, worden organismen geordend.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Groepen maken
  • Bij ordenen van organismen verdeel je een verzameling organismen in groepen met hetzelfde kenmerk.

  • Kenmerken zijn eigenschappen waarmee je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen.

Slide 4 - Slide

Aan wat voor kenmerken kan je denken bij planten en dieren?
Organismen zijn ingedeeld in groepen
  • Alle organismen zijn verdeeld in twee hoofdgroepen: Prokaryoten en Eukaryoten.
  • De hoofdgroepen zijn weer verdeeld in 7 rijken.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is een prokaryoot?

  • Naam voor bacteriën en archaea; een klein eencellig organisme zonder celkern.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is een Eukaryoot?
  • Een organisme met één of meerdere grote cellen met celkern.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Eencellig en meercellig
  • Organismen die uit 1 cel bestaan noemen we eencellig. Bijv: bacteriën en archea en sommige schimmels.

  • Organismen die uit meer cellen bestaan noemen we meercellig: Bijv: planten, dieren en schimmels. 


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Celkenmerken
  • Celkern. Bacteriën en archaea zijn organismen zonder celkern.

  • Celwand. Dieren hebben geen celwand om hun cellen. De cellen van bacteriën, archaea, schimmels en planten hebben wel een celwand.

  • Bladgroenkorrels. Veel cellen van planten hebben bladgroenkorrels in het cytoplasma. Bacteriën, archaea, schimmels en dieren hebben geen bladgroenkorrels.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Steeds kleinere groepen
  • Elk rijk kun je verder indelen in steeds kleinere groepen.
  • Rijk: bacteriën, archaea, chromista, protozoa, schimmels, planten en dieren.
  • Ristklorfagesora

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vertakkingsschema
  • Weergave van de indeling in kleinere groepen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Het rijk van de dieren

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Een soort
  • Soort is de kleinste groep waarin je organismen kunt indelen.

  • Wanneer horen dieren tot dezelfde soort?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Een soort
  • Organismen horen bij dezelfde soort als ze zich onderling kunnen voortplanten en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

  • Als organismen op elkaar lijken, betekent dat niet dat ze tot hetzelfde soort horen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verschillen in dieren van dezelfde soort
  • Organismen die tot dezelfde soort behoren, hebben veel overeenkomsten maar hebben soms ook kleine verschillen.
  • Kleine verschillen tussen organismen => variatie

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
  • Thema 3: Ordening
  • Basisstof 1: opdracht 2 t/m 8, bladzijde 175.

Succes!




Slide 17 - Slide

This item has no instructions

2. Overeenkomst en verwantschap

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.
  • Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Een soort
  • Soort is de kleinste groep waarin je organismen kunt indelen.

  • Wanneer horen dieren tot dezelfde soort?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Een soort
  • Organismen horen bij dezelfde soort als ze zich onderling kunnen voortplanten en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

  • Als organismen op elkaar lijken, betekent dat niet dat ze tot hetzelfde soort horen.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wanneer behoort een organisme tot een soort?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Behoren een labrador,
een poedel en labradoedel
tot dezelfde soort?
A
Ja
B
Nee
C
Dat kun je niet weten

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Verschillen in dieren van dezelfde soort
  • Organismen die tot dezelfde soort behoren, hebben veel overeenkomsten maar hebben soms ook kleine verschillen.
  • Kleine verschillen tussen organismen => variatie

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Verschillen in dieren van dezelfde soort
  • Kleine verschillen van dezelfde soort kan ervoor zorgen dat organismen beter overleven in een bepaalde omgeving.
  • Donkere slakken vallen minder op, op een donkere bodem en worden door minder vogels gegeten => hogere overlevingskans.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Selectie
Proces waarbij niet alle organismen van dezelfde soort hetzelfde aantal nakomelingen krijgt.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Evolutie
  • Door variatie en selectie kunnen soorten langzaam veranderen. Een soort kan zelfs helemaal verdwijnen, maar er kunnen ook nieuwe soorten ontstaan.
  • De ontwikkeling van leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen => evolutie

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Verwantschap
  • De overeenkomst in DNA en uiterlijk van verschillende organismen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Kleine verschillen tussen organismen van dezelfde soort
Het proces waarbij niet alle organismen van dezelfde soort hetzelfde aantal nakomelingen krijgt.
De overeenkomst in DNA en uiterlijk van verschillende organismen.

Verwantschap
Variatie
Selectie

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

6

Slide 31 - Video

This item has no instructions

01:47
Wat is een beer?
A
Amfibie
B
Geleedpotige
C
Zoogdier
D
Reptiel

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

01:57
Waarom is dat niet handig als de beer wilt jagen?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

02:52
"Survival of the fittest". Dit is een andere omschrijving voor ...
A
Variatie
B
Selectie
C
Evolutie

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

04:14
Hoe noem je de verschillen in een soort?
Zoals de snavels van deze vinken
A
Variatie
B
Selectie
C
Evolutie

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

05:20
Hoe ontstaan nieuwe soorten?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

05:56
Wat is een schildpad?
A
Zoogdier
B
Geleedpotige
C
Reptiel
D
Weekdier

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk
  • Lezen basisstof 2
  • Maken opdrachten basisstof 2 
  • Opdracht 1 t/m 9.


Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions