Woord voor woord - Les 4 AMVintake

Total Physical Response
Vooruitblik:
  • Ik leer woorden en zinnen.

Uitvoering:
  • Ik kijk de video en ik leer door te doen.

Terugblik:
  • Ik ken de woorden van deze les.
Woord voor woord
4
Wil je koffie of thee?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NT2ISK+1Middelbare schoolPraktijkonderwijsvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Total Physical Response
Vooruitblik:
  • Ik leer woorden en zinnen.

Uitvoering:
  • Ik kijk de video en ik leer door te doen.

Terugblik:
  • Ik ken de woorden van deze les.
Woord voor woord
4
Wil je koffie of thee?

Slide 1 - Slide

Doe het zelf is een TPR oefening om met de leerlingen samen te doen. De docent doet voor en de leerlingen doen het na.

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Wil je iets drinken?
Een kopje koffie? - Nee.
Een kopje thee? - Ja.
Ik wil een kopje thee.
Wil je ook suiker? - Ja, lekker.
Hoeveel suiker? - Een beetje.
Wil je ook melk? - Ja, lekker.
Hoeveel melk? - Weinig melk.
Ik pak het kopje.
Ik doe de thee in het kopje.
Ik doe de suiker in het kopje.
Ik doe de melk in het kopje.
Ik pak de thee. Ik drink de thee.
Mmmm, lekker!
Doe het zelf!
Slepen
Woord voor woord
geen
weinig
een beetje
hoeveel?
lekker
veel

Slide 3 - Drag question

Doe het zelf is een TPR oefening om met de leerlingen samen te doen. De docent doet voor en de leerlingen doen het na.

de suiker
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions


de melk
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


het kopje
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


de thee
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


de koffie
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


de kan
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Werkwoorden
Zelfstandige naamwoorden
Overige woorden
drink
zet (neer)
wil
kom
ga
de suiker
de melk
het kopje
de kan
de kofife
de thee
lekker
geen
wat
of
hoeveel
veel - weinig
een beetje
De woorden van Les 4
Woord voor woord

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Grammatica
Woord voor woord
Werkwoord
ik
jij
hij / zij
wij/jullie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions