L1 P3 les 25 Diabetes Mellitus

1 / 46
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bij Diabetes Mellitus is de bloedglucosegehalte abnormaal laag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Diabetes Mellitus
betekent letterlijk,
honingzoete urineloop.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

De eilandjes van Langerhans functioneren onvoldoende of geheel niet waardoor er te weinig of geen insuline wordt geproduceerd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Bij hyperglykemie is
de bloedglucosegehalte te laag

A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Oorzaken van Diabetes Mellitus type 2 zijn: Erfelijke factoren, leeftijd en overgewicht


A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Bij Type 1 is iemand insulineafhankelijke:
voorheen ouderdomsdiabetes genoemd:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

In je lichaam worden koolhydraten opgeknipt tot hele kleine suiker moleculen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat heeft het lichaam nodig om te zorgen dat suiker opgenomen kan worden in het bloed
A
Adrenaline
B
Glucose
C
Glycogeen
D
Insuline

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Bij Diabetes Mellitus Type 1 is de medicatie gericht op het instellen van
A
Insuline
B
Tabletten

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Bij Diabetes Mellitus Type 2 is het advies om niet
A
Gezonde voeding
B
Juiste medicatie
C
Meer bewegen
D
Te blijven zitten

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Wat is niet een eerste symptoom bij Diabetes Mellitus
A
Afvallen
B
Acetonadem
C
Gewichtstoename
D
Veel plassen

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Op welke manier wordt het bloedsuikerwaarden vastgesteld bij verdenking van Diabetes Mellitus

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Video

Wat is de normaalwaarde van de bloedsuiker
A
tussen 2 en 4
B
tussen 3 en 6
C
tussen 4 en 8
D
hoger dan 8

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Slide

Noem 1 reden waardoor een te laag bloedsuiker kan ontstaan

Slide 36 - Open question

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Wanneer spreek je van een hyper?
A
Bij een te hoog bloedsuikergehalte
B
Bij een te laag bloedsuikergehalte

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Slide

Noem één complicaties die kan ontstaan bij Diabetes Mellitus

Slide 42 - Open question

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide