3.1 Van stad tot wereldrijk (2)

H3 De Romeinen
3.1: Van stad tot wereldrijk
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H3 De Romeinen
3.1: Van stad tot wereldrijk

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Bespreken opdrachten 3.1
  • Paragraaf 3.1 instructie
  • Afsluiting paragraaf 3.1
  • Uitleg begrippenopdracht

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les ...
  • Weet je hoe Rome een wereldrijk werd en hoe het rijk werd bestuurd
  • Kun je uitleggen hoe de Romeinen het voor elkaar kregen om het wereldrijk vanuit Rome te besturen.
  • Weet je welke opdracht je dit hoofdstuk moet maken voor een cijfer

Slide 3 - Slide

Herhaling vorige les

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Bespreken opdrachten
Motief: reden om iets te doen

Slide 10 - Slide

Vaardigheid: Feit en mening
feit: iets dat we kunnen controleren, het is echt gebeurd
mening: iets wat een persoon vindt, persoonsgebonden en kan dus veranderen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hij was de zoon van Gnaeus
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quiz

Hij was een dapper man
A
Feit
B
Mening

Slide 14 - Quiz

Hij was een wijs man
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quiz

Hij was een generaal
A
Feit
B
Mening

Slide 16 - Quiz

Hij was veroverde steden
A
Feit
B
Mening

Slide 17 - Quiz

Hij nam gijzelaars gevangen
A
Feit
B
Mening

Slide 18 - Quiz

8. Noem een overeenkomst tussen de bronnen 3 en 4

Slide 19 - Open question

8. noem een verschil tussen de bronnen 3 en 4

Slide 20 - Open question

3.1: van stad
tot wereldrijk

Slide 21 - Slide

Romeinse vrede:
  • onder de keizers was er twee eeuwen lang vrede in het rijk. (Pax Romana, Romeinse vrede)
  • verharde wegen zorgden ervoor dat soldaten zich snel konden verplaatsen als er onrust dreigde.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Opdracht: Maak je eigen versie van de begrippen lijst met plaatjes
je gaat in een tweetal een eigen variant van de begrippen lijst maken.
 In de begrippenlijst moet zitten.
1. Het begrip + de betekenis
2. Een plaatje dat bij het begrip past.
3. Een uitleg waarom jullie gekozen hebben voor dat plaatje.

Slide 24 - Slide

Doe het zo:
begrip: 
betekenis:
plaatje:
uitleg: Wij vinden dat dit plaatje bij het begrip past want op het plaatje zie je..... daarom past het bij het begrip.

Slide 25 - Slide

voorbeeld: 
begrip: Krijgsgevangene
betekenis: persoon die in de oorlog gevangen is genomen
Plaatje:
uitleg: Ik vind dat dit plaatje bij het begrip past want op het plaatje zie je slaven die verkocht worden, krijgsgevangenen werden vaak als slaaf verkocht, daarom past het plaatje bij het begrip.

Slide 26 - Slide

Aan de slag:
In de les:
  • lees de beschrijving bij de begrippenopdracht in Teams helemaal door.
  • Maak een voorblad, een lege blz. voor de inhoudsopgave en schrijf een inleiding.
  • werk de begrippen van deze paragraaf uit in een tweetal. (3.1:  wereldrijk,  dictator, keizer, )
  • huiswerk: 
  • Maak de opdrachten van paragraaf 3.1 verder af

Slide 27 - Slide