Oefentoets De Macht Verschuift vmbo basis



De macht verschuift
OEFENTOETS VMBO BASIS
1 / 55
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



De macht verschuift
OEFENTOETS VMBO BASIS

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Landen die Duitsland aanvielen vanaf...


  Nazi- Duitsland
Westen
Oosten
Groot-Brittannië
Verenigde Staten
Sovjet-Unie
Canada

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

1944
Nazi-Duitsland
Japan
Sovjet-Unie
Zwitserland
Canada
Italië
Groot Brittannië 

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Wat is er met Adolf Hitler gebeurd in de bunker in april 1945?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Waar staat de afkorting BeNeLux voor?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

EGKS staat voor...

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

In welk jaar is de Europese Unie opgericht?
A
1951
B
1967
C
1992
D
2001

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

EGKS
EEG
EU
Brexit

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Waar staat de afkorting EU voor?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Landen
IJsland
Spanje
Portugal
Zwitserland
Ierland

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Wel of geen lidstaat van de EU?
Nederland
Rusland
Frankrijk
Engeland
Zwitserland
Italië

Slide 12 - Drag question

Lidstaat van de Europese Unie of geen lidstaat van de Europese Unie?


Bronnen afbeeldingen:
  • ANP  https://www.nt.nl/douane/2018/02/26/corbyn-wil-douane-unie-met-europese-unie/
  • https://en.wikipedia.org/wiki/European_Union



Uit hoeveel landen bestaat de EU?
A
25
B
26
C
27
D
28

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Het Europees Parlement bestaat uit 705 leden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de afkorting VN voor?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is de beste omschrijving van een kolonie?
Een kolonie is ...
A
een land dat zelf niet de baas is.
B
een land dat onder dwang wordt bestuurd door een ander land.
C
een land dat een ander land bestuurt.
D
een land waarvan het bestuur in een ander land is.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke twee landen hadden de wereldmacht na 1945?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Deze supermachten waren voor of tegen kolonialisme:
A
voor
B
tegen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent zelfbestuur?
A
Landen die bestuurd worden door een ander land
B
Dat het land zichzelf mag regeren en besturen
C
Landen die geholpen worden om eigen land te regeren en besturen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat ligt waar?
Nederland
Suriname
Antillen
Indonesië

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

In 1945 nadat je Japanners verslagen werden riep Soekarno de onafhankelijke Republiek Indonesië uit. Hoe reageerden de Nederlanders?
A
Ze vonden dat prima.
B
Ze waren tegen: Ze stuurden een leger om te vechten.
C
Ze willen geld zien voor die beslissing.
D
Ze vroegen om hulp van de Engelsen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat deed Nederland met haar kolonie Suriname?
A
Specerijen verhandelen
B
Slaven ophalen
C
Afrikaanse slaven laten werken op plantages
D
Olie uit de grond halen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Uit hoeveel eilanden bestaan de Nederlandse Antillen?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Suriname werd onafhankelijk in...
A
1949
B
1969
C
1975
D
1988

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welke zin gaat over de Koude Oorlog?
A
De Koude Oorlog duurde 3 jaar
B
In de Koude Oorlog was het gemiddelde weer 5 graden
C
De Koude Oorlog begon na WO 2
D
De Koude Oorlog vond plaats voor WO 2

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Kapitalisme
Communisme
Westen
Oosten
Vrijheid
Gelijkheid, collectief
Dictatuur, daarna geen overheid
Democratie
Planeconomie
Markteconomie

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Kapitalisme
A
Westen
B
Oosten

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welk systeem hebben we in Nederland?
A
Communisme
B
Kapitalisme

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt de grens genoemd die dwars door Europa liep?
A
Berlijnse muur
B
IJzeren gordijn

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Westen
Oosten
Kapitalisme
Communisme
Planeconomie
Democratie

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Frankrijk
Groot-Brittanie
Sovjet-Unie
VS

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Hoe heette West-Duitsland na de Tweede Wereldoorlog bijna 40 jaar lang?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

De Berlijns Muur werd gebouwd omdat:
A
de DDR geen mensen meer uit West-Berlijn wilde ontvangen.
B
er teveel mensen vanuit Oost- naar West-Berlijn vluchtten.
C
de Amerikanen dat aan de SU hadden gevraagd
D
de SU elke ontmoeting tussen Oost en West wilde verbieden.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat was de DDR?
A
West-Duitsland, communistisch
B
Oost-Duitsland, democratisch
C
Oost-Duitsland, communistisch
D
West-Duitsland, democratisch

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Een soldaat in Berlijn.

De soldaat op de foto vlucht naar de overkant door over het prikkeldraad te springen. Hij vlucht voor een beter leven.

Deze soldaat komt uit...
A
Oost-Berlijn
B
West-Berlijn

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

De volgende woorden horen bij:
Verenigde Staten- Het Westblok - Vrijheid - Vrij om winst te maken - 'De beste wint! '
A
Communisme
B
Kapitalisme
C
Oostblok
D
Koude oorlog

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

De volgende woorden horen bij:
De Sovjet Unie - Het Oostblok - Gelijkheid - Iedereen verdient hetzelfde - 'De overheid heeft alle macht'
A
Communisme
B
Kapitalisme
C
Oostblok
D
Koude oorlog

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het Marshallplan?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Verenigde Staten
Cuba
Europa
Sovjet-Unie
Korea
Vietnam

Slide 41 - Drag question

This item has no instructions

Welk land ging Zuid-Korea helpen tijdens de Korea-oorlog?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Welke uitspraak over de Cubacrisis is juist?
De Cubacrisis is
A
de aanleiding voor de communistische revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in communistisch Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de Verenigde Staten aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions


Hoe werden de economische hervormingen in de Sovjet-Unie in de tweede helft van de jaren '80 van de 20e eeuw genoemd?
A
Glasnost
B
Gorbatsjov
C
Perestrojka
D
Collectivisatie

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Einde WO II
Vietnamoorlog
Begin Koude Oorlog
Koreaoorlog
Begin Berlijnse muur
Cubacrisis
Val Berlijnse muur
Duitsland verenigd

Slide 45 - Drag question

This item has no instructions

De val van de Berlijnse Muur was in
A
1987
B
1988
C
1989
D
1990

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

In de Koude Oorlog gebeurde er veel. Wat is géén gebeurtenis in de Koude oorlog?
A
De Cubacrisis
B
Korea-oorlog
C
Hitler valt Polen aan
D
De bouw van de Berlijnse muur

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Dit is de kaart van Europa ....
A
Voor de Koude Oorlog
B
Tijdens de Koude Oorlog
C
Na de Koude Oorlog
D
Tijdens de Tweede Wereldoorlog

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Welk begrip hoort NIET bij het kapitalistische systeem?
A
privé-bezit
B
planeconomie
C
V.S.
D
economische vrijheid

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens de Koude Oorlog waren meerdere conflicten. Wat was de juiste volgorde in tijd?
Begin met het eerste conflict.
A
Vietnam - Korea - Cuba
B
Korea - Cuba - Vietnam
C
Cuba - Korea - Vietnam
D
Korea - Vietnam - Cuba

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

Hieronder zie je beweringen over de Berlijnse Muur.
Welke bewering is NIET juist?
A
De muur stond van 1963 tot 2015
B
Er waren 7 doorgangsposten in de Muur
C
De Muur was 45 km. lang
D
Er werden ongeveer 75 mensen, die wilden vluchten, gedood

Slide 52 - Quiz

This item has no instructions

Twee uitspraken:
1. Op de printscreen hiernaast stellen de witte stippellijntjes de Berlijnse Muur voor.

2. De Sovjetunie was tijdens de Koude Oorlog communistisch
A
Beide uitspraken zijn juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Alleen uitspraak 1 is juist
D
Alleen uitspraak 2 is juist.

Slide 53 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitspraak is over de Berlijnse muur is juist?
A
De Berlijnse muur is een muur rondom Oost-Berlijn
B
De Berlijnse muur is gebouwd om ervoor te zorgen dat West-Berlijners niet massaal naar Oost-Berlijn gingen vluchten.
C
De Berlijnse muur is gebouwd door kapitalistische soldaten
D
De Berlijnse muur is gebouwd om ervoor te zorgen dat Oost-Berlijners niet massaal naar West-Berlijn gingen vluchten.

Slide 54 - Quiz

This item has no instructions

Einde OEFENTOETS
Je mag het inleveren en daarna gaan lezen.

Slide 55 - Slide

This item has no instructions