Vegetariërs en Veganisten

Vegetariërs en Veganisten
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Vegetariërs en Veganisten

Slide 1 - Slide

Waarom kiezen mensen er voor om geen vlees te eten denk je?

Slide 2 - Open question

Na deze les weet jij...
Wat de verschillen zijn tussen een vegetariër, pescotariër en een veganist.
Waarom mensen er voor kiezen om geen vlees te eten.

Slide 3 - Slide

Zoek op....
Zoek per 2 of 3 tal op op internet:
"Wat is het verschil tussen een vegetariër en een pescotariër?"
En schijf dit op een briefje.

Fluistertoon.
timer
2:00

Slide 4 - Slide

Vegetariër

Eet geen producten van gedode dieren.

1 op de 10 jongeren is vegetariër!
Pescotariër

Eet geen vlees maar wel vis.

Slide 5 - Slide

Mag een vegetariër dit eten?
A
JA
B
NEE

Slide 6 - Quiz

Wat is een veganist.
Schrijf op:

Wat is een veganist?
Wat mag een veganist allemaal niet?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat is een veganist?
"Veganisten eten geen dieren en gebruiken geen dierlijke producten" 

Ze kunnen gebruik maken van vleesvervangers als peulvruchten, noten en granen.

Slide 9 - Slide

Mag een veganist dit eten?

A
JA
B
NEE

Slide 10 - Quiz

Waarom zijn mensen vegetariër/veganist?

Slide 11 - Slide

Maak een menukaart.
Verzin een menu voor een vegetariër, pescotariër of veganist.
Op de menukaart moet staan: 
-een ontbijt (+ naam van het gerecht)
-lunch (+ naam van het gerecht)
-diner (+ naam van het gerecht.
- snacks (+ naam)
- Bij elk gerecht zelfgemaakte tekeningen.
- Waarom jouw menu geschikt is voor vegetariër/pescotariër/veganist.

timer
25:00

Slide 12 - Slide

Beoordeel elkaars menukaart.
Is er wel genoeg rekening gehouden met het dieet van een vegetariër/pesco/veganist ?

Ziet de menukaart er aantrekkelijk uit?

Zou jij het zelf eten? waarom wel/niet?

Slide 13 - Slide

Hotball
Ga in een kring staan en beantwoord de vragen.
Noem het antwoord en gooi de bal door.

Slide 14 - Slide