§3 Nederland na 1945




3.1 | De Nederlandse economie in de tweede helft van de 20ste eeuw 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 29 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson




3.1 | De Nederlandse economie in de tweede helft van de 20ste eeuw 

Slide 1 - Slide

De Nederlandse econonomie in de tweede helft van de 20ste eeuw
 Wederopbouw
 De wederopbouw was niet eenvoudig door:
  • Tekort aan voedsel (vlak na WOII)
  • Grootste Nederlandse afzetmarkt was in puin --> Duitsland



Slide 2 - Slide

De Nederlandse econonomie in de tweede helft van de 20ste eeuw
Marshallplan
 De wederopbouw was niet eenvoudig door:
  • Tekort aan voedsel (vlak na WOII)
  • Grootste Nederlandse afzetmarkt was in puin --> Duitsland

Vanaf 1947: Marshallplan ( economisch herstelplan waarbij Nederland en andere West-Europese landen geld, goederen, grondstoffen en levensmiddelen kregen van de Amerikanen)




Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Waarom gaven de Amerikanen nu Marshallhulp?

1. De hulp zou bijdragen aan de rust en vrede in Europa
2. Europese landen konden met hun leningen spullen kopen in Amerika
3. VS wilde dat Europese landen gingen samenwerken.
4. De VS hoopten politieke invloed te krijgen in West-Europa en het communisme de kop in te druken 

Slide 5 - Slide

3.1 De Nederlandse econonomie in de tweede helft van de 20ste eeuw.
 Verzorgingsstaat
 Jaren ‘50 waren toonbeeld van zuinigheid en vlijt
  • Opkomst van de verzorgingsstaat
  • Veel werken, weinig vakantie
  • Ook het rollenpatroon was nog duidelijk aanwezig.
  • Mensen die werken, moeten met belasting en premies het geld opbrengen voor hen die niet kunnen werken.


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

De consumptiemaatschappij
  • van 1963 stijgen de lonen
  • mensen hebben meer geld te besteden
  • men gaat geld uitgeven aan luxeproducten
  • consumptiemaatschappij

Slide 8 - Slide

Poldermodel
  • Overheid gaat samenwerken met werkgevers en werknemers. 
  • lonen zouden niet teveel stijgen
  • belastingen en premies werden niet verhoogd door de overheid
  • bezuigingen op de verzorgingsstaat

Slide 9 - Slide







Deze spotprent over de problemen in de verzorgingsstaat is in 1981 gemaakt door de tekenaar Jos Collignon.
Er zijn teveel mensen die van der verzorgingsstaat gebruik maken, waardoor het evenwicht weg is. Hiermee wordt het evenwicht tussen mensen die betalen voor de verzorgingsstaat en mensen die gebruik maken van de verzorgingsstaat bedoeld.
Beeldelement: de donkere wolk geven aan dat er storm op komst is. Er komen nog moeilijkere tijden aan (bijvoorbeeld: de vergrijzing), terwijl het schip nu al schade heeft en dreigt om te slaan.
Beeldelement: het schip, de verzorgingsstaat, dreigt om te slaan.
Beeldelement: het roer ligt in het water waardoor het schip onbestuurbaar is geworden. Met andere woorden: er moet iets gebeuren, maar het lijkt erop dat het al te laat is.

Slide 10 - Slide

De Nederlandse economie in de tweede helft van de 20ste eeuw
Na WOII
Wederopbouw
-> d.m.v. Marshallhulp (economische hulp van de VS)
jaren '50
Verzorgingsstaat
= Mensen die werken, moeten met belasting en premies het geld opbrengen voor hen die niet kunnen werken.
jaren '60
Consumptie maatschappij
jaren '70
Economische terugslag
-> ontstaan Poldermodel
Belastingen en premies blijven gelijk
Bezuinigingen op de verzorgingsstaat
Lonen blijven gelijk

Slide 11 - Slide

Maken:
Zelfstandig lezen:
- De Nederlandse economie in de 2e helft van de 20e eeuw

Paragraaf 3: opdracht 1 t/m 6

Klaar? Lees alvast 3.2 Veranderingen in de jaren 60

Slide 12 - Slide




5.3.2 | Veranderingen in de jaren 60 

Slide 13 - Slide

3.2 Verandering in de jaren 60

 Amerikanisering: Nederlandse
cultuur lijkt steeds meer op Amerika, oa door opkomende Amerikaanse films in Nederland










Slide 14 - Slide

3.2 Verandering in de jaren 60

 Amerikanisering: Nederlandse
cultuur lijkt steeds meer op Amerika, oa door opkomende Amerikaanse films in Nederland


Jongerencultuur:


Verschillende groepen met eigen cultuur 


 Eind jaren ‘50 nozems 

 Halverwege jaren ‘60 provo’s

 Eind jaren ‘60 hippies


Werk in tweetallen deze groepen uit.










Slide 15 - Slide

Nozems
  • Eind jaren '50
  • werkende jongeren in steden
  • brommers, vetkuiven, petticoats
  • Elvis Presley, Rock and Roll

Slide 16 - Slide

Provo
  • Midden jaren '60
  • Hoger opgeleid
  • Veel witte kleding
  • Provoceren = uitdagen van ouders, kerk , politie en school
  • Milieu bewust (witte fietsen plan)
  • Politiek bewust (willen dat jongeren meer inspraak krijgen)

Slide 17 - Slide

Hippies
  • Uit Amerika (eind jaren '60)
  • Love and Peace
  • Tegen de consumptiemaatschappij
  • Voor vrije sex en drugs
  • Bloemen, lang haar en 2e handskleding

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Tweede Feministische golf
  • 1900 Eerste Feministische golf (kiesrecht)
  • 1960 Tweede Feministische golf:

  1. Gelijke kansen in opleiding en werk
  2. Verandering van het vaste rollenpatroon
  3. Gelijke beloning bij gelijk werk

Slide 20 - Slide

Individualisering
Secularisatie
(ontkerkelijking)
Ontzuiling

Slide 21 - Slide

Veranderingen in de jaren 60
* Amerikansering
Overname van de Amerikaanse cultuur
* Jongerenculturen
1. Nozems
2. Provo's
3. Hippies
* Tweede feministische golf
(gelijke kansen en rechten op het werk)
* Ontkerkelijking
* Ontzuiling
--> Individualisering

Slide 22 - Slide

Maken:
Paragraaf 3: opdracht 7 t/m 10



Klaar? Lees alvast 3.3 Nederland wordt een 
multiculturele samenleving

Slide 23 - Slide




3.3 | Nederland wordt een multiculturele samenleving 

Slide 24 - Slide

Multiculturele samenleving
  • Vanaf 1950 kwamen voor het eerste grote groepen mensen van buiten Europa naar Nederland.
  • Zo werd Nederland een multiculturele samenleving: een samenleving waarin mensen met verschillende culturen  en geloven samenwonen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Nederland wordt een multiculturele samenleving
  • jaren 50: mensen uit de voormalige kolonie Nederlans-Indië
  • jaren 60: gastarbeiders uit bv Spanje, Turkije, Marokko en Italië
  • vanaf 1975: Surinamers, toen Suriname onafhankelijk werd
  • vanaf de jaren 90: vluchtelingen uit voormalig oorlogsgebieden zoals voormalig Joegoslavië en Syrië
  • arbeiders uit Oost-Europese landen

Slide 27 - Slide

Gastarbeiders


Door de stijgende welvaart is er in Nederland zoveel werk dat mensen uit andere landen worden gehaald om hier te werken. Deze gastarbeiders (uit Marokko, Turkije, Spanje en Italië) doen hier ongeschoold werk. Kennis van de Nederlandse taal of cultuur was niet nodig om het werk te kunnen doen: 
de mensen waren te gast en zouden weer teruggaan.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video