Les 1: Persoonlijk Budget en Financiële Toekomst

Les 1: Persoonlijk budget en financiële toekomst
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 1: Persoonlijk budget en financiële toekomst

Slide 1 - Slide

📌 Doel van de les

• Studenten leren hoe ze een persoonlijk financieel overzicht maken.


• Studenten begrijpen het verschil tussen inkomsten, uitgaven, sparen en lenen.


• Studenten kunnen een toekomstig budgetplan opstellen.

Slide 2 - Slide

🎯Uitleg leerdoel:


 "Vandaag leer je hoe je een overzicht maakt van je inkomsten en uitgaven en hoe je dit kunt plannen voor je toekomst."

Slide 3 - Slide

Hoe houd jij op dit moment bij wat je uitgeeft en ontvangt?
Ik gebruik een budget-app
Ik schrijf alles op
Ik kijk af en toe op mijn bankrekening
Ik heb geen idee

Slide 4 - Poll

Plan je inkomsten en uitgaven

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Inkomsten: Waar komt je geld vandaan?


📌 Definitie:
Inkomsten zijn alle geldbronnen die je ontvangt.

Slide 7 - Slide

Dat kan zijn: 

• Salaris (bijbaan, freelance werk)
• Studiefinanciering (DUO)
• Toeslagen (huurtoeslag, zorgtoeslag)
• Ouders/verzorgers (zakgeld, bijdrage in kosten)
• Extra inkomsten (verkoop spullen, klusjes, investeringen)
💬 
"Welke van deze inkomstenbronnen heb jij nu?
&
 Welke heb je later nodig?"

Noteer een top-3 van inkomstenbronnen die nu en in de toekomst belangrijk zijn.

Slide 8 - Slide

Uitgaven: Waar gaat je geld naartoe?

📌 Definitie:
Uitgaven zijn alle kosten die je maakt. Deze kunnen worden onderverdeeld in vaste lasten en variabele kosten.

Slide 9 - Slide

🛍️ Variabele kosten (wisselen per maand):

• Boodschappen
• Kleding
• Uitgaan
• Cadeaus
• Onverwachte kosten

💬 
"Welke vaste lasten hebben jullie nu al? Waar zou je op kunnen besparen?"  
Maak een lijst van vaste lasten en variabele kosten en noteer waar je geld op kan besparen.

📝 Vaste lasten (moet je elke maand betalen):

• Huur of hypotheek
• Zorgverzekering
• Telefoonabonnement
• Studie- of reiskosten
• Abonnementen (Netflix, Spotify, sportschool)

Slide 10 - Slide

Sparen vs. Lenen: Wat is verstandig?
📌 Sparen:
• Geld apart zetten voor grote uitgaven of onverwachte kosten.
• Voorkomen van financiële problemen door een buffer te hebben.
• Rente ontvangen als je geld op een spaarrekening zet.

📌 Lenen:
• Geld lenen betekent later terugbetalen, vaak met rente.
• Studielening bij DUO: lage rente, maar nog steeds een schuld.
• Kopen op afbetaling (bijv. Klarna, AfterPay) lijkt makkelijk, maar kan problemen opleveren.

Slide 11 - Slide

💬 Discussievraag:
"Zou je eerder sparen voor iets groots,
of direct kopen met een lening? Waarom?"

Slide 12 - Mind map

🎯 Samenvatting 
• Inkomsten bepalen hoeveel je te besteden hebt.

• Vaste lasten moeten altijd worden betaald, variabele kosten kun je beïnvloeden.


• Sparen is verstandig, lenen brengt risico’s met zich mee.

Slide 13 - Slide

📝 Opdracht: Stel je eigen budget op!

📌 "Maak een persoonlijk budget waarin je je inkomsten en uitgaven verdeelt in vaste lasten, variabele kosten en spaargeld. Geef aan waar je eventueel kunt besparen."

Zie werkblad Its Learning

Slide 14 - Slide