Les 1 Bewegen in het verkeer

Les 1 bewegen in het verkeer
1 / 42
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 1 bewegen in het verkeer

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling 2e klas
  • V,t-diagram
  • Oppervlakte onder de grafiek


Slide 2 - Slide

Opdracht

Neem de volgende 2 pagina's over als aantekening.


Op de 3e pagina staat een tabel meer grootheden en eenheden. Gebruik deze om achter in je schrift je tabel met grootheden en eenheden aan te vullen.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Let op eenheden!

Slide 6 - Slide

Let dus op de eenheid van snelheid!
Zorg dat je bij het gebruik van de formule altijd de juiste eenheden samen gebruikt.
                         snelheid       tijd    afstand
De eenheid "m/s", bij de "s" en "m"
De eenheid "km/h", bij de "h" en de "km"

Slide 7 - Slide

Een auto rijdt met een constante snelheid van 90 km/h over een tijd van 2 uur. Hoe groot is de afstand?
A
45 km
B
1,8x10^2 m
C
1,8 x10^2 km
D
90 km

Slide 8 - Quiz

Wat is de snelheid als je 120 kilometer aflegt in 2 uur tijd?
A
120 km/uur
B
30 km/uur
C
60 km/uur
D
240 km/uur

Slide 9 - Quiz

Een wandelaar loopt stevig door met een constante snelheid van 8 kilometer per uur. Welke afstand legt de wandelaar af in 45 minuten.
A
3,0 km
B
30 km
C
6,0 km
D
8,0 km

Slide 10 - Quiz

Hoeveel minuten zitten er in 1,25 h?
A
75 min
B
85 min
C
120 min
D
50 min

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste formule om de snelheid uit te rekenen?
A
t = s : v
B
s = v x t
C
v = s : t
D
v = s x t

Slide 12 - Quiz

Een hardloper rent 42 minuten lang.
Hoeveel uur dit?
A
t= 0,42 h
B
t= 0,70 h
C
t=2520 h
D
t=4200 h

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Omrekenen m/s naar km/h

1 meter per seconde (m/s) =  60 meter per minuut = 60 * 60 = 3600 meter per uur. (er zitten immers 60 minuten van elk 60 seconden in een uur).

3600 meter/uur = 3600:1000 = 3,6 kilometer per uur (3,6 km/h)


de h staat voor het engelse hour (of griekse horu) wat 1 uur betekend in het nederlands.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Reken om: 20 m/s is hetzelfde als
A
72 km/h
B
20 km/h
C
5,6 km/h
D
72 m/h

Slide 18 - Quiz

19,44 m/s is ... km/h
A
5,4 km/h
B
70 km/h
C
1166,4 km/h
D
69984 km/h

Slide 19 - Quiz

54 km/h komt overeen met
A
12 m/s
B
15 m/s
C
18 m/s
D
21 m/s

Slide 20 - Quiz

De snelheid van een auto is 108 km/h.
Hoe groot is de snelheid in m/s?
A
v = 389 m/s
B
v = 10,8 m/s
C
v = 30 m/s
D
v = 38,9 m/s

Slide 21 - Quiz

Gemiddelde snelheid

Neem dit over in je schrift:


De gemiddelde snelheid is de (totale) afstand gedeeld door de (totale tijd). In formulevorm:



Vgem=ts
Soms wordt de gem ook wel weggelaten bij gemiddelde snelheid.

Slide 22 - Slide

Trajectcontrole
De gemiddelde snelheid bereken je door de afstand die je hebt afgelegd te delen door de tijd die je daarover hebt gedaan. 

Bij trajectcontroles langs de snelweg wordt hetzelfde principe gebruikt, bekijk het volgende plaatje maar. 

Slide 23 - Slide

Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
gemiddelde snelheid =afstand : tijd
B
gemiddelde snelheid = tijd : afstand
C
tijd = gemiddelde snelheid x afstand

Slide 24 - Quiz

Wat is de juiste formule om de gemiddelde snelheid uit te rekenen?
A
t = s : v(gem)
B
s = v(gem) x t
C
v(gem) = s : t
D
v(gem) = s x t

Slide 25 - Quiz

Wat is de juiste formule om de afstand uit te rekenen?
A
t = s : v
B
s = v x t
C
v = s : t
D
v = s x t

Slide 26 - Quiz

Wat is de juiste formule om de tijd uit te rekenen?
A
t = s : v
B
s = v x t
C
v = s : t
D
v = s x t

Slide 27 - Quiz

Een atlete loopt de 100 meter in 10,8 seconden.
Bereken de gemiddelde snelheid.
A
v = 0,11 m/s
B
v = 33 m/s
C
v = 2,6 m/s
D
v = 9,3 m/s

Slide 28 - Quiz

Een auto rijdt 385 km met een gemiddelde snelheid van 110 km/h. Bereken hoelang de auto over die afstand doet.
A
t = 3,5 h
B
t = 0,29 h
C
Drie kwartier
D
t = 2,5 h

Slide 29 - Quiz

Opdracht
  • Lees op blz. 7 en 8 het stukje: De gemiddelde snelheid
  • Maak vraag 7 t/m 10

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Hoeveel meter werd er op de vorige pagina afgelegd tussen de 2 en 8 seconde?
A
64 m
B
48 m
C
16 m
D
80 m

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Hoeveel meter werd er op de vorige pagina afgelegd tussen de 0 en 2 seconde?
A
16 m
B
32 m
C
8,0 m
D
80 m

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Hoeveel meter werd er op de vorige pagina afgelegd tussen de 8 en 10 seconde?
A
80 m
B
16 m
C
32 m
D
8,0 m

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

Opdracht


  • Lees op blz. 8 en 9 het stukje: Het v,t-diagram.
  • Maak vraag 12 t/m 14.

Slide 42 - Slide