Getallen
1 / 15
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Afronden
€ 4,53529 wordt
€ 4,53529 wordt
A
€ 4,5352
B
€ 4,54
C
€ 4,53
D
€ 4,535
Slide 2 - Quiz
Afronden
€ 79,998 wordt
€ 79,998 wordt
A
€ 79,99
B
€ 80,00
C
€ 81,-
D
€ 79,-
Slide 3 - Quiz
Afronden
Als ik een getal wil afronden op 2 decimalen kijk ik naar:
Als ik een getal wil afronden op 2 decimalen kijk ik naar:
A
de tweede decimaal
B
de derde decimaal
C
de tweede en derde decimaal
D
de derde en vierde decimaal
Slide 4 - Quiz
Afronden
€ 4,5799 wordt
€ 4,5799 wordt
A
€ 4,57
B
€ 4,59
C
€ 4,56
D
€ 4,58
Slide 5 - Quiz
Is de uitkomst van 5 x 6 even of oneven?
Even of Oneven
A
even
B
oneven
Slide 6 - Quiz
Is het cijfer 9 even of oneven?
Even of Oneven
A
even
B
oneven
Slide 7 - Quiz
Oneven of even?
266
266
A
even
B
oneven
Slide 8 - Quiz
Oneven of even?
43
43
A
even
B
oneven
Slide 9 - Quiz
Rond grote getallen af
34.600.000
34.600.000
A
35 miljard
B
34 miljoen
C
34 miljard
D
35 miljoen
Slide 10 - Quiz
Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
vijftigduizend
Schrijf met alleen cijfers:
vijftigduizend
A
500
B
5000
C
500.000
D
50.000
Slide 11 - Quiz
grote getallen
honderdduizend tweeënvijftig
honderdduizend tweeënvijftig
A
1000520
B
100000,52
C
10052
D
100052
Slide 12 - Quiz
Grote getallen
Schrijf in cijfers:
vijftigduizend
Schrijf in cijfers:
vijftigduizend
A
500
B
5000
C
500.000
D
50.000
Slide 13 - Quiz
Schrijf met alleen cijfers:
dertigduizend
dertigduizend
Grote getallen
A
300
B
3 000
C
30 000
D
301 000
Slide 14 - Quiz
Grote getallen
14.000.000 spreek je uit als:
14.000.000 spreek je uit als:
A
14 biljoen
B
14 miljard
C
14 miljoen
D
14 duizend
