This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Energie
Slide 1 - Slide
Noem de drie verschillende fossiele brandstoffen:
Slide 2 - Open question
Zet op de goede volgorde: het apparaat maakt elektriciteit (a), het vuur warmt water (b), het water verdampt en wordt stoom (c), met brandstof wordt een groot vuur gestookt (d), stoom laat een apparaat ronddraaien (e)
Slide 3 - Open question
Goede volgorde:
Met brandstof wordt een groot vuur gestookt.
Het vuur warmt water.
Het water verdampt en wordt stoom.
Stoom laat een apparaat ronddraaien.
Het apparaat maakt elektriciteit.
Slide 4 - Slide
Waaruit ontstaan fossiele brandstoffen?
A
Resten van planten
B
Resten van planten en dieren
C
Resten van dieren
Slide 5 - Quiz
Waar ligt de grootste aardgasvoorraad van Europa?
A
Groningen
B
Stockholm
C
Berlijn
D
Londen
Slide 6 - Quiz
Van welke fossiele brandstof wordt benzine gemaakt?
A
Aardgas
B
Steenkool
C
Aardolie
Slide 7 - Quiz
Beantwoord de startvraag:
Hoe blijven de ijsjes koud?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Beantwoord vraag 1
Duurzame energie of energie van fossiele brandstoffen?