This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Items in this lesson
H7 de consument dat ben jij
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
LESDOELEN; Aan het eind van deze les kan je:
Uitleggen wat negatieve en positieve externe effecten van productie en consumptie zijn
Deze effecten kunnen omschrijven als sociale, gezondheids- of milieueffecten
Uitleggen wat "duurzaam" betekent en wie/ hoe verantwoordelijk is voor duurzame productie
uitleggen dat een gebrek aan "transparantie" er voor zorgt dat cosumenten onbedoeld verkeerde keuzes maken
Uitleggen wat keurmerken zijn en waartoe ze dienen
Wat het verband is tussen "morele vrijbrief" en maatschappelijk bewust consumeren
Slide 3 - Slide
Wat was ook alweer welvaart?
Slide 4 - Mind map
Wat was ook alweer welvaart?
Welvaart geeft aan in welke mate mensen in hun behoeften kunnen voorzien
Slide 5 - Slide
Externe effecten
Externe effecten zijn onbedoelde bijwerkingen van productie of consumptie die de welvaart van anderen beïnvloedt.
Een negatief extern effect doet zich voor als een bedrijf iets produceert of consumeert waardoor het welzijn van een ander persoonafneemt
Slide 6 - Slide
Positieve en Negatieve opg 7.2
Slide 7 - Slide
Een paar voorbeelden:
negatief extern effect: ‘milieuvervuiling bij productie’. Door de milieuvervuiling van een producent daalt de welvaart van anderen.
negatief extern effect: het vandalisme rond voetbalwedstrijden. De kosten van politie, de kosten van het opruimen van rommel en de schade die ontstaat zijn allemaal niet in prijs van de kaartjes meegenomen.
Slide 8 - Slide
Overheid en negatieve externe effecten
De overheid kan negatieve externe effecten proberen te verminderen door bijvoorbeeld productievoorschriften (regels waaraan producent zich moet houden) of door een product duurder te maken dmv een heffing.
Denk bijvoorbeeld aan benzine accijns als wapen om het autoverkeer terug te dringen.
Slide 9 - Slide
Duurzame productie is productie waarbij rekening gehouden wordt met de toekomst van mens en milieu.
Dit hangt niet alleen van producenten af, maar ook van consumenten. Want een consument bepaalt wat die koopt!
Slide 10 - Slide
Het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzoekt hoe het maatschappelijk bewustzijn is van consumenten: opg 7.3
De "rode" consument (40% v NL)-> houdt geen rekening met mens/ milieu in de toekomst= Niet duurzaam
De "lichtgroene" consument (55%)-> is zich wel beter bewust van de gevolgen van consumptie, maar niet bereid om grote offers te brengen
De "donkergroene" consument (5%) wil wel grote offers brengen voor een duurzamer leven. Bijv: minder met vliegtuig, koopt fairtrade producten, koopt biologische producten
Slide 11 - Slide
Ga nu beginnen met H 7
Lees de tekst goed door (blz 92 t/m 94), arceer belangrijke begrippen en uitleg. (leerstrategie: markeren met kleuren)