PPO Gifwijzer

PPO Gifwijzer
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2,3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

PPO Gifwijzer

Slide 1 - Slide

Wat is een vergiftiging?

Slide 2 - Open question

Wie heeft wel eens een vergiftiging mee gemaakt?

Slide 3 - Open question

De meeste vergiftigingsongelukken gebeuren met:

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Op tafel staan allemaal schoonmaakmiddelen die hier in het lokaal staan. Kies er 1 per 2 tal. 

Slide 8 - Slide

Welke symbolen heb je gezien?

Slide 9 - Open question

zet jij giftige stoffen zoals medicijnen en schoonmaak middelen achter slot en grendel?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

weet jij of de planten in jouw huis of tuin giftig zijn?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

lees jij altijd het etiket van een product?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

wat betekent bovenstaand symbool
A
giftig
B
vlambaar
C
irriterend
D
ontplofbaar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

wat betekent bovenstaand symbool
A
giftig
B
bijtend
C
irriterend
D
ontplofbaar

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Wat betekent bovenstaande afbeelding
A
irriterend
B
ontplofbaar
C
bijtend
D
giftig

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

wat betekend boven staande afbeelding
A
bijtend
B
giftig
C
ontplofbaar
D
irriterend

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Product kan gemakkelijk exploderen als er een ontstekingsbrons (vonk, vlam, warmte) bij komt. Dit zijn producten voor de professionele markt, die u in de super- of bouwmarkt niet zal aantreffen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Product kan bij opname door de mond, via de huid of bij inademen ernstig gevaar opleveren en dodelijk zijn. Dit zijn producten voor de industriële markt, die u in de supermarkt of bouwmarkt niet zo snel aantreft.
Voorbeelden: winterproducten met methanol zoals bepaalde antivriesmiddelen en ontdooiingsmiddelen.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Product kan gemakkelijk vlam vatten als het in contact komt met een ontstekingsbron (brandende sigaret, lucifer, vonk). Zowel stoffen in een vaste substantie als vloeistoffen en gassen kunnen ontvlambaar zijn.
Voorbeelden: spiritus, aceton, smeerolie, wasbenzine en spuitbussen met verf (met brandbare oplosmiddelen).

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Producten die – als ze in het milieu terecht komen – schadelijk zijn voor de organismen. Deze producten kunnen bijvoorbeeld sterfte van vissen of bijen veroorzaken.
Voorbeelden: terpentine, bepaalde gewasbeschermingsmiddelen en stickerverwijderaar.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Product heeft een vernietigend effect op lichaamsweefsels als huid, ogen en slokdarm en veroorzaakt brandwonden. Daarnaast kan het product textiel, hout en metaal aantasten.
Voorbeelden: gootsteenontstopper, verdund zoutzuur (30%) en sterke ontkalkingsmiddelen. 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Dit zijn samengeperste gassen en vloeibaar gemaakte gassen in gasflessen. Blootstellen aan hoge temperaturen kan brand of ontploffen tot gevolg hebben. 


Slide 32 - Slide

Opdracht
Maak samen een gifwijzer kaart voor 2 verschillende verpakkingen. Je zult dus 1 fles extra moeten pakken op tafel of onderling ruilen.  Maak gebruik van de gifwijzer. 

Slide 33 - Slide

uitvoering 
  • Je werkt het uit in documenten.
  • maak een opvallende pagina, denk aan kleuren, grote opvallende letters en afbeeldingen. 
  • Om welke soort vergiftiging gaat het? 
  • Welke eerste hulp moet ik verlenen? 
  • Bedenk 3 scenario's waarbij er een vergiftiging kan optreden. 

Slide 34 - Slide