Les verbes en -ER, -IR, -RE

Quel jour est-il aujourd'hui? 

WAT IS ONS DOEL VOOR TREDE 8?


In deze trede gaan we ons focussen op:

Het correct toepassen van de vervoegingen voor de werkwoorden op -RE, -IR en -ER.



!!! DIT IS HERHALING VOOR JULLIE !!!




1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransSecundair onderwijs

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Quel jour est-il aujourd'hui? 

WAT IS ONS DOEL VOOR TREDE 8?


In deze trede gaan we ons focussen op:

Het correct toepassen van de vervoegingen voor de werkwoorden op -RE, -IR en -ER.



!!! DIT IS HERHALING VOOR JULLIE !!!




Slide 1 - Slide

Welke werkwoorden herken je in onderstaande tekst? 
Plaats in de juiste kolom. 

 

Slide 2 - Slide

Wat zijn de uitgangen van een werkwoord op -ER (bv.: PARLER)
A
e, es, e, ons, ez, ent
B
s, s, /, ons, ez, ent
C
es, e, es, ons, ent

Slide 3 - Quiz

Les verbes en -ER

Slide 4 - Slide

Wat zijn de uitgangen van een werkwoord op -RE (bv.: attendre)
A
e, es, e, ons, ez, ent
B
s, s, /, ons, ez, ent
C
es, e, es, ons, ent

Slide 5 - Quiz

Les verbes en -RE

Slide 6 - Slide

Werkwoorden op -IR zijn onderverdeeld in twee types: type sortir en type finir. Klopt dit?
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

Kies de juiste uitgangen voor het werkwoord sortir:
A
sors, sors, sort, sortons, sortez, sortent
B
sort, sort, sors, sortons, sortez, sortennent
C
sorttis, sorttir, sorttit, sortissons, sortissez, sortissent

Slide 8 - Quiz

Les verbes en -IR (type sortir)

Slide 9 - Slide

Tu (kiest) quel pull?
A
choisis
B
chois

Slide 10 - Quiz

Les verbes en -IR (type finir)

Slide 11 - Slide

Wat is er ook alweer speciaal aan de werkwoorden op -GER?

Slide 12 - Open question

Wat is er speciaal aan de werkwoorden op -CER?

Slide 13 - Open question

Hoe weet je nu of het type sortir of type finir is? 

Awel, daar is een truukje voor ;-).

Slide 14 - Slide

Onthoud het volgende: 
  • De meeste werkwoorden op -IR worden vervoegd zoals FINIR
  • Om de werkwoorden vervoegd zoals SORTIR te onthouden, is er een magisch woord: ME - SE - SE - SO - DO - PA
  • Je vormt het door de eerste twee letters van elk werkwoord te nemen:

    mentir - sentir - servir - sortir - dormir - partir 

Slide 15 - Slide

Les verbes en -GER
Voor a, o, u (de klinkers van AUTO) schrijf je ge.

Nous nageons à la piscine.
Nous mangeons à 12h30. 

NAGER
MANGER

Slide 16 - Slide

Les verbes en -CER
Voor a, o, u (de klinkers van AUTO) schrijf je ç.

Nous commençons tôt.
Nous avançons lentement. 

COMMENCER
AVANCER

Slide 17 - Slide

Aan bord: vervoeging kijken

Slide 18 - Slide

Je regarde
Tu regardes
Il/elle/on regarde
Nous regardons
Vous regardez
Ils/elles regardent

Slide 19 - Slide

Aan bord: vervoeging luisteren

Slide 20 - Slide

J'entends
Tu entends
Il/elle/on entend
Nous entendons
Vous entendez
Ils/elles entendent

Slide 21 - Slide

Aan bord: vervoeging liegen

Slide 22 - Slide

Type sortir : ME - SE - SE - SO - DO - PA
Je mens
Tu mens
Il/elle/on ment
Nous mentons
Vous mentez
Ils/elles mentent

Slide 23 - Slide

Aan bord: vervoeging groeien

Slide 24 - Slide

Type finir
Je grossis
Tu grossis
Il/elle/on grossit
Nous grossissons
Vous grossissez
Ils/elles grossissent

Slide 25 - Slide