Les 12: Ruimtelijke geleding en smart city

Startklaar
1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar

Slide 1 - Slide

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
H1
De wereld als systeem
H2
De wereld indelen
H3
Landen in beeld
H4 Wereldsteden

Overzicht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

LEZEN 10 min
Lezen

Slide 3 - Slide

https://www.nu.nl/klimaat/6303415/al-een-jaar-recordtemperaturen-in-oceanen-tekenen-dat-opwarming-versnelt.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Vorige les
Terugblik

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Terugblik
B                D                B                C       

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Huiswerkcontrole
Maak de opdrachten 5 en 6 op blz. 168 + Examen Opgave 2 op blz. 185

Slide 6 - Slide

hoogte
warmer
nat, droog

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Examenopdracht

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

      Lesdoel
Vandaag komt aan bod door welke (mondiale) processen veranderen de ruimtelijke opbouw, de woningkenmerken en de bewonerskenmerken in de drie Amerikaanse wereldsteden.

Slide 10 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten waar de Verenigde Staten ligt.

2. De leerlingen weten wat CBD is.

3. De leerlingen weten wat wereldstad is.

Slide 11 - Slide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Opbouw van steden
Amerikaanse stad
Z-Amerikaanse stad
Europeese stad

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Rare steden

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Ruimtelijke geleiding = kenmerkende opbouw
Amerikaanse stad

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

oude industriën en woonwijken =

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Nieuwe stof

Slide 16 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Vraag

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Nieuwe stof

Slide 18 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Vraag

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Nieuwe stof

Slide 21 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Vraag

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Controle van begrip:

Slide 23 - Open question

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Controle van begrip:

Slide 24 - Open question

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Controle van begrip:

Slide 25 - Open question

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Controle van begrip:

Slide 26 - Open question

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Ruimtelijke geleding
► Noord-Amerikaanse steden hebben een kenmerkende ruimtelijke opbouw of ruimtelijke geleding.
● Dit centrale deel van de stad is het central business district (cbd), kortweg downtown, en herkenbaar aan hoge wolkenkrabbers. Hier bevinden zich allerlei (hoofd)kantoren, winkels, horeca, hotels, culturele voorzieningen, overheidsgebouwen en appartementen.
● Rondom het cbd bevindt zich een brede overgangszone met woon- en industriegebieden. Door globalisering is de werkgelegenheid in de fabrieken hier grotendeels verdwenen door automatisering en offshoring. Sindsdien liggen de industrieterreinen er verlaten bij of zijn ze getransformeerd tot woon- of uitgaanswijk. In de ene wijk wonen mensen uit de lagere sociaal-economische klasse, vaak etnische minderheden met een lage opleiding en een laag inkomen. Nieuwe migranten vinden hier vaak hun eerste goedkope woonadres. In de andere wijk zijn de woningen opgeknapt, een stuk duurder en tref je bewoners uit een hogere sociaal-economische klasse.
s. Je vindt er voornamelijk kantoren en winkelgebieden en ze liggen meestal op een knooppunt van snelwegen.

Slide 27 - Slide

hoogte
warmer
nat, droog
Ruimtelijke geleding
● Nog verder van het cbd liggen de suburbs. Vanaf 1930 zag je een migratiestroom ontstaan uit de overgangszone richting deze ruim opgezette, groene buitenwijken met voornamelijk laagbouw. Omdat het eerst vooral de Euro-Amerikanen waren die deze huizen en het woon-werkverkeer konden betalen, kreeg deze migratiestroom de naam white flight mee. Deze vlucht uit de stad had behalve ruimtelijke segregatie een aantal andere nadelen, waaronder files, een gebrek aan belastinginkomsten voor het stadsbestuur, een tekort aan kapitaalkrachtige klanten voor voorzieningen en een gebrek aan werkgelegenheid. Maar na bijna honderd jaar suburbanisatie is er nu weer sprake van re-urbanisatie. De Amerikaanse steden zitten weer in de lift door de komst van kansrijke, hoogopgeleide migranten van over de hele wereld en de terugkeer naar de stad van de hogere sociaal economische klasse vanuit de suburbs.
● Een laatste kenmerkende onderdeel van de ruimtelijke geleding van een Amerikaanse stad is een edge city. Edge cities zijn ontstaan door de suburbanisatie van werkgelegenheid, winkels, uitgaansgelegenheden en koopkrachtige stedelingen. Je herkent de edge cities vaak aan een plukje hoogbouw tussen de laagbouw van de suburbs. Je vindt er voornamelijk kantoren en winkelgebieden en ze liggen meestal op een knooppunt van snelwegen.

Slide 28 - Slide

hoogte
warmer
nat, droog
Patchwork metropolis
Door de trend van re-urbanisatie en de komst van kansrijke migranten is het oude stadsmodel (figuur 4.24) aan vervanging toe.
● Tot voor kort was het wonen in de suburbs the American dream: een vrijstaand huis, een tuin met een wit hekje eromheen en een dubbele garage. Dit beeld klopt niet overal meer. Een op de vier suburbbewoners leeft onder de Amerikaanse armoedegrens. De problemen van de stedelijke getto’s hebben sommige suburbs bereikt.
● De bewoners van deze wijken zijn voornamelijk Amerikanen uit een hogere sociaal-economische klasse die hun baan zijn kwijtgeraakt of mensen die naar deze suburbs zijn verhuisd omdat hun stadswijk door de re-urbanisatie te duur werd. Ook nieuwe laagopgeleide migranten vestigen zich vaker direct in zo’n suburb.
● Aanvankelijk leidde globalisering voornamelijk tot het verdwijnen van banen uit het cbd en de overgangszone. In de laatste jaren worden sommige voormalige fabrieken en kantoorpanden juist weer tot leven gewekt. Hier werkt men aan nieuwe, innovatieve producten en diensten van mno’s en ontelbare start-ups.
● Door de re-urbanisatie van de hogere sociaal-economische creative class en de aanwezigheid van banen voor deze hoogopgeleiden en de vaak noodgedwongen suburbanisatie van de lagere sociaal-economische working class en service class, ontstaat het stadsmodel van een patchwork metropolis. Dat is een wereldstad met een ruimtelijke geleding die eruitziet als een lappendeken van kansarme en kansrijke wijken.

Slide 29 - Slide

vochtige, droge
milder
lagere
Verbetering van de stad
Door de hernieuwde populariteit lukt het de stadsbesturen van de drie wereldsteden goed om veel onaantrekkelijke wijken in de overgangszone te verbeteren. Al profiteert niet iedereen hiervan.
● Een voorbeeld van deze verbeteringen zie je op voormalige (haven)industrieterreinen in de drie steden. Het proces van grootschalige stedelijke vernieuwingen noem je herstructurering.
● Een ander, kleinschaliger en langzamer proces waarbij wijken worden opgewaardeerd, zie je in wijken waar mensen met geld komen wonen en werken. Voor deze jonge, kapitaalkrachtige yuppen (young urban professionals) en dinkies (double income no kids) is wonen in de stad weer heel aantrekkelijk: je verplaatst je te voet of met het ov naar je werk of naar een van de vele hippe nieuwe voorzieningen in de wijk. De aanwezigheid van deze voorzieningen maakt de wijk aantrekkelijker. De wijk zit in de lift. De prijzen van koopwoningen stijgen, net als de huurprijzen en die van een kopje koffie, een afhaalmaaltijd of de boodschappen. De prijsstijgingen kunnen ervoor zorgen dat de oorspronkelijke, minder kapitaalkrachtige bewoners de wijk moeten verlaten. Of ze kennen de oude identiteit van de wijk niet meer terug en voelen zich er niet meer thuis. Dit proces waarbij een geleidelijke opwaardering van de wijk plaatsvindt, heet gentrificatie.
In New York, Los Angeles en Washington vindt het proces van gentrificatie bijzonder genoeg ook plaats in de rijkere wijken. Miljonairs worden hier als een soort laatste versie van het proces van invasie en successie verdreven door miljardairs.

Slide 30 - Slide

meer
kouder
barrière
     Kleine afsluiting
- ruimtelijk geleiding
- CBD
- edge city
- herstructurering
- gentificatie

Slide 31 - Slide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
(Aan)tekeningen
Tekening 1.
(...)
Tekening 2.
(...)
Tekening 3.
(...)

Slide 32 - Slide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan de slag

Slide 34 - Slide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

     Grote afsluiting

Slide 35 - Slide

Grote lesafsluiting (5 min)

De grote lesafsluiting vindt plaats aan het eind van de les, na de zelfstandige verwerking. Controleer begrip en werkhouding.

Leerlingen geven feedback over wat ze hebben geleerd en reflecteren op hun werkhouding.

Reflectiegesprek, leerlingen geven elkaar feedback
retrieval practice
https://quizlet.com/nl/716554380/vwo-5-globalisering-flash-cards/?i=1fo1jg&x=1jqt

Slide 36 - Slide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online
 Vraag 1
(R) 1 punt

Slide 37 - Slide

Breedteligging: Invloed op zonnestraling en temperatuur, waardoor gebieden dichter bij de evenaar warmer zijn.<br>- Hoogteligging: Invloed op temperatuur, met lagere temperaturen op grotere hoogten.
Vraag 2 
(T1) 2 punten

Slide 38 - Slide

Aanlandige wind: Brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen.

Aflandige wind: Brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen.<br>Uitleg: Aan de westkust zorgen aanlandige winden voor meer neerslag en mildere temperaturen, terwijl aan de oostkust aflandige winden droger en extremer weer kunnen veroorzaken.
Vraag 3 
(T2) 2 punten

Slide 39 - Slide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Vraag 4 
(T1) 3 punten

Slide 40 - Slide

barrière, loef, lij