Fase 1: Angst voor controleverlies
In fase 1 ontwikkelt zich de toename van angst bij de cliënt.
Zoals motorische onrust, irritatie, stemverheffing of verbale onrust, alertheid op de omgeving.
Al deze uitingen zijn een vorm van controleverlies bij de cliënt, waar de hulpverlener alert op moet reageren door aan te geven dat de gedragsverandering opvalt. Het aanbieden van hulp is de volgende stap, zonder dat die hulp erop gericht is om de controle van de cliënt over te nemen. De houding van de hulpverlener is in deze fase ondersteunend.