§1.3 Wil je welvaart of welzijn

§1.3 Wil je welvaart of welzijn?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§1.3 Wil je welvaart of welzijn?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen


  • Aan het einde van de les kan ik het verschil uitleggen tussen basis behoeften en overige behoeften.

  • Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat welvaart is en op welke manier je welvaart kan groeien.

  • Aan het einde van de les kan ik rekenen met indexcijfers.

Slide 2 - Slide

Behoeften
  • Je hebt iets nodig
  • Je wil iets hebben

  • Ik wil een iPhone 14 of nieuwe games 


Slide 3 - Slide

Behoeften
Basis behoeften (primair)

Goederen die je nodig hebt om in leven te blijven
Overige behoeften (secundair)

Goederen die je NIET nodig hebt om in leven te blijven

Slide 4 - Slide



Goederen

Tastbare producten waarmee je je behoeften kunt voorzien


Diensten

Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet
PS5, Schaar...
Knippen van iemands haar (kapper)

Slide 5 - Slide

Middelen die nodig zijn om behoeften te vervullen:
  • Tijd
  • Geld
  • Bezittingen

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste. Je moet als consument keuzes maken. Je moet prioriteiten stellen (bepalen wat je belangrijk vindt).

Slide 6 - Slide

Schaarse goederen

Slide 7 - Slide

Vrije goederen
Vrije goederen zijn tegenovergesteld aan schaarse goederen. Iedereen mag er gebruik van maken, zonder er voor te hoeven betalen.

Voorbeelden: zonlicht, wind, zeewater.

Slide 8 - Slide

Zelfvoorziening
Zelfvoorziening
Wat je nodig hebt of graag wilt hebben voor eigen gebruik → zelf produceren

Slide 9 - Slide

Hoe kun je in je behoeften voorzien?
  • Zelfvoorziening
  • Kopen van goederen en diensten
  • Collectieve voorzieningen
  • Natuurlijke hulpbronnen/vrije goederen


Let op het verschil in middelen dat nodig is om in je behoefte te voorzien!

De overheid produceert goederen en diensten om behoeften van consumenten te vervullen.
Verbruik grondstoffen, recreatie in de natuur en frisse lucht.

Slide 10 - Slide

wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

Slide 11 - Slide

Verschil Welvaart en Welzijn

  • Welvaart = de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien

  • Welzijn = de mate waarin je je gelukkig voelt

Slide 12 - Slide

Rekenvaardigheden
Prijzen kunnen stijgen of dalen. Dit kan je uitdrukken in op twee manieren, namelijk: 
  • Procentuele verandering 
  • Indexcijfer

Slide 13 - Slide

Een indexcijfer geeft aan hoeveel procent een getal verschilt van een ander getal. 

  • Cijfers kun je vergelijken door te werken met indexcijfers
  • Cijfers worden vergeleken t.o.v. een basisjaar. 
  • Het indexcijfer van het basisjaar is ALTIJD 100.
Indexcijfer:
laat een procentuele verandering zien ten opzichte van een afgesproken periode (=het basisjaar).

Slide 14 - Slide

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

Slide 15 - Slide

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
  • (getal van nieuw jaar : getal van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

  • Wat is indexcijfer van 2015 en 2016?
timer
2:30

Slide 16 - Slide

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

  • Indexcijfer 2015 = 2,51 : 2,75 x 100 = 91

Slide 17 - Slide

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

  • Indexcijfer 2016 = 2,78 : 2,75 x 100 = 101

Slide 18 - Slide

Bedragen omrekenen
Kwartaal
Jaar
Week
Maand
Dag
x 4
x 12
x 52
x 365

Slide 19 - Slide

Opdrachten maken

  • Opdracht §1.3 -> 10,11 & 12
  • Na de tijd bespreken (zie timer)


timer
15:00

Slide 20 - Slide

Leerdoelen behaald?


  • Aan het einde van de les kan ik het verschil uitleggen tussen basis behoeften en overige behoeften.

  • Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat welvaart is en op welke manier je welvaart kan groeien.

  • Aan het einde van de les kan ik rekenen met indexcijfers.

Slide 21 - Slide