NE2425-K2-les 25 +les 22 week 8

1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welkom in periode 1
Deze periode gaan we werken aan:

- leesvaardigheid 
- schrijfvaardigheid
- spreekvaardigheid
- kijk- en luistervaardigheid
- fictie

NODIG bij het vak Nederlands-->  Kern lesboek, laptop, leesboek, schrift en pen


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten met je laptop voor je
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Kern, schrift, pen en leesboek
  • NUMO opstarten:
  • mijn.numo.nl
  • leerlingnummer
  • jleerlingnummer
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .
Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 5 - Mind map

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

      Leerdoelen
Je oefent hoe je alineaverbanden kunt gebruiken om een tekst beter te begrijpen.

Slide 6 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Les 25
Hoe herken je verschillende soorten inleidingen?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is een alinea?
A
staat boven de tekst
B
het eerste stukje van een tekst
C
een stukje test dat bij elkaar hoort
D
een verhaal over een meisje

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag
Maak de opdrachten die op het bord staan. 
Kijk goed naar de vraag zodat je weet wat voor antwoord je moet geven.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Nakijken
De antwoorden staan op het bord.
Pak een andere kleur pen.
Verbeter je fouten.
Stel vragen als je die hebt.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

wat weet je nu:

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Les 21
Hoe schrijf je meervoudsvormen?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

      Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je dat er verschillende regels zijn voor meervoud (r).  Weet jij welke regel gebruikt moet worden (t1) en kun je het meervoud invullen in een zin (t2). Ook kan je zelf voorbeelden verzinnen (i)

Slide 22 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak de opdrachten die op het bord staan.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Nakijken
De antwoorden staan op het bord.
Pak een andere kleur pen.
Verbeter je fouten.
Stel vragen als je die hebt.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

wat weet je nu:

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Fictieopdracht periode 1 (deze hangt ook in Teams)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

FICTIE: LEKKER EVEN LEZEN
Pak nu je leesboek. Denk tijdens het 
lezen ook aan de fictieopdracht.

("Wat moet ik aan het eind van 
deze periode inleveren bij dit leesboek?")

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Welk cijfer geef je jouw inzet vandaag?
A
Een 10.... zoals altijd
B
Een voldoende, dat is prima.
C
Een onvoldoende, ik kan echt beter.
D
Ik heb eigenlijk niet meegedaan......

Slide 38 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

    Begrippen uit deze les: schrijf deze in je map
signaalwoorden
nauwkeurig

opgeven:
stoppen met iets doen
zich voorstellen
zijn naam zeggen
blijken (uit) Duidelijk zijn uit iets.
Omkeren omdraaien, teruggaan
Letterlijk Als iets precies weergeeft wat er geschreven of gezegd is





Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Exit ticket: hoe ga je deze les thuis herhalen?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Afsluiting
Bedankt en tot de volgende les!
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 41 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.