Past Simple KT2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Verleden tijd (Past simple)

Past Simple = verleden tijd

Iets is in het verleden gebeurd 

en is afgelopen.

Past simple - regelmatige werkwoorden

Je vormt de past simple door een ww + ed

• I walk --> I walked
• You play --> you played
• We laugh --> we laughed

maak van het volgende werkwoord de past simple (VT)
Paint

Wat als het werkwoord eindigt op een -e?

Wanneer het werkwoord eindigt op -e hoef je alleen nog maar een -d toe te voegen.

Bijvoorbeeld:

Race --> raced

Game --> gamed

Date --> dated

Use --> used

I walked

I gamed

I asked

I worked

I called

Past Simple - Signaal woorden

Signaalwoorden kunnen je helpen om te zien of iets in het verleden is gebeurd:

• yesterday
• last week
• ten minutes ago
• in 2007

Past Simple - Vraagzin

Staat er geen was of were in de zin? Dan gebruik je did + het HELE werkwoord! 

Maak van de zin een vraag zin:

The girl helped the teacher last week

Wat weet je nu over de past simple?

Past Simple - Vraagzin

Hetzelfde geldt voor zinnen ontkennend maken: Geen was of were dan maak je er didn't + hele werkwoord van.

Maak van de zin een onkennende zin:

The girl helped the teacher last week