Woordgeslacht: der, die & das




Lidwoorden: is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
uitleg
1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson




Lidwoorden: is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
uitleg

Slide 1 - Slide

Aantekening
neem over 
in je schrift

Mannelijke woorden:
  • alle mannelijke mensen en dieren: der Lehrer
der Kater

Slide 2 - Slide

Vrouwelijke woorden:
  • alle vrouwelijke mensen en dieren: die Oma
  • de meeste woorden op -e: die Adresse
  • alle woorden op -ung: die Zeitung
  • alle woorden op -schaft: die Freundschaft
  • alle woorden op -heit: die Freiheit
  • alle woorden op -keit: die Fröhlichkeit 
die Katze
uitleg
Aantekening
neem over 
in je schrift

Slide 3 - Slide

Onzijdige woorden:
  • alle verkleinwoordjes, op -chen of -lein: das Kaninchen
  • de meeste het-woorden: das Dorf 
das Buch
uitleg
Aantekening
neem over 
in je schrift

Slide 4 - Slide

Ken je alle ezelsbruggetjes? Neem ze nog één keer goed door en maak de volgende 8 quizvragen. Succes!
uitleg

Slide 5 - Slide

-chen
1/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 6 - Quiz

-schaft
3/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 7 - Quiz

vrouwelijk persoon
4/8
A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quiz

-e
5/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 9 - Quiz

-ung
7/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 10 - Quiz

het
8/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 11 - Quiz

Alles onder de knie?
Beantwoord de volgende 9 vragen in stilte
Kies snel je antwoord, je hebt 3 seconden per vraag!
Heb je alles goed?
uitleg
Tot slot maken we de allereerste test nóg een keer. Heb je nu wel (bijna) alles goed? Zet 'm op!

Slide 12 - Slide

Bestellung
1/8
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quiz

Freundin
2/8
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quiz

Meerschweinchen
3/8
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quiz

Gesundheit
4/8
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quiz

Pilot
5/8
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quiz

Aufgabe
6/8
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quiz

Fenster
7/8
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quiz

Hund
8/8
A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quiz

Meervoud
der Freund
die Lehrerin
das Buch
die Freunde
die Lehrerinnen
die Bücher
lidwoord = altijd die

Slide 21 - Slide

een
der Freund
die Lehrerin
das Buch
ein Freund
eine Lehrerin
ein Buch
ein of eine?

Slide 22 - Slide

der Mann, ... Männer
1/6
A
die
B
der
C
das

Slide 23 - Quiz

die Schule -> ... Schule
2/6
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quiz

das Fenster -> ... Fenster
3/6
A
das
B
der
C
die

Slide 25 - Quiz

die Frau, ... Frauen
4/6
A
der
B
die
C
das

Slide 26 - Quiz

das Dorf, ... Dörfer
5/6
A
die
B
das
C
der

Slide 27 - Quiz

das Mädchen -> ... Mädchen
6/6
A
der
B
das
C
die

Slide 28 - Quiz

Samenvatting
mannelijk: der
  • mensen, dieren



meervoud = die
vrouwelijk: die
  • mensen, dieren
  • meeste op -e
  • alle op -heit, -keit, -schaft, -ung

meervoud = die
onzijdig: das
  • alles op -chen (=verkleinwoordje)
  • meeste het-woorden

meervoud = die

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide