Statistische cyclus tot en met 2.3

Begrippentoets
Statistische cyclus
hoofdstuk 2: t/m paragraaf 3
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Begrippentoets
Statistische cyclus
hoofdstuk 2: t/m paragraaf 3

Slide 1 - Slide

Wat wordt bedoeld met een populatie?
A
Bevolking
B
Groep mensen
C
De totale groep waarop het onderzoek zich richt.
D
Een groep dingen

Slide 2 - Quiz

Wat is een steekproef?
A
Deel van de populatie
B
De groep mensen die je ondervraagt
C
De pakken koffie die je ter controle weegt
D
Deel van de populatie dat je daadwerkelijk onderzoekt

Slide 3 - Quiz

Kwalitatief
Kwantitatief
geslacht
schoenmaat
lengte
woonplaats
inwoneraantal

Slide 4 - Drag question

I Het meetniveau ordinaal is kwalitatief
II Een discrete variabele is kwantitatief
A
I is waar II is waar
B
I is waar II is niet waar
C
I is niet waar II is waar
D
I is niet waar waar II is niet waar

Slide 5 - Quiz

Hiernaast zie je de mogelijke antwoorden
bij een vragenlijst
Van welk meetniveau is hier sprake?

Slide 6 - Open question

De afstand van de pijl tot het midden is...
A
continu
B
discreet
C
ordinaal
D
nominaal

Slide 7 - Quiz


De variabele 'gele kaarten' is

A
kwalitatief en ordinaal
B
kwalitatief en nominaal
C
kwantitatief en continu
D
kwantitatief en discreet

Slide 8 - Quiz

Bij welke van de volgende situatie is geen sprake van een causaal verband.
(meerdere antw mogelijk)
A
Meer fietsongevallen door toename aantal e-bikes bij ouderen
B
Toename online winkelen oorzaak leegloop winkelcentra
C
Spelers gewelddadige computergames agressiever op school
D
Levensverwachting toegenomen door opkomst biologische winkels.

Slide 9 - Quiz

Wat is geen fase van de statistische cyclus?
A
Hypothese opstellen
B
Data verzamelen
C
Data analyseren
D
Conclusies trekken

Slide 10 - Quiz

Nominaal
Ordinaal
Kwantitatief
Kwalitatitatief
Kwalitatitatief
haarkleur
Duits in pakket?
Gewicht
Reisafstand tot school
Telefoonnummer
Opleiding: vmbo/havo/vwo
Inkomen
Aantal sterren van een hotel
Beroep moeder
Gradaties van eenzaamheid
Aantal onvoldoendes: 1/2/>2
Leeftijd

Slide 11 - Drag question

Continu
Discreet
Lengte
Aantal leerlingen in een lesgroep
Leeftijd
Proefwerkcijfer
Snelheid
Temperatuur
Prijs van een worstenbroodje

Slide 12 - Drag question

Welk van de volgende centrummaten is gevoelig voor uitschieters?
A
Modus
B
Mediaan
C
Gemiddelde

Slide 13 - Quiz

Wat is geen centrummaat?
A
Gemiddelde
B
Standaardafwijking
C
Mediaan
D
Modus

Slide 14 - Quiz

Welk van de volgende centrummaten is ook bruikbaar bij kwalitatieve gegevens?
A
Modus
B
Mediaan
C
Gemiddelde

Slide 15 - Quiz

Voor het tekenen van een boxplot heb je nodig
A
gemiddelde en mediaan
B
Q1 , Q3 en mediaan
C
de kwartielafstand
D
gemiddelde en modus

Slide 16 - Quiz

Wat kun je NIET bepalen met een boxplot?
A
Mediaan
B
Spreidingsbreedte
C
Kwartielafstand
D
Standaardafwijking

Slide 17 - Quiz

Hoe bereken je de interkwartielafstand?

Slide 18 - Open question

Waar of niet waar:
De standaardafwijking geeft een indruk van de gemiddelde afwijking van de waarnemingsgetallen tot het gemiddelde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Het opstellen van een onderzoeksvraag vindt plaats in vier stappen. Kies de juiste volgorde waarin dit plaatsvindt.
A
Verkennen, formuleren, afbakenen en toetsen
B
Formuleren, verkennen, afbakenen en toetsen
C
Afbakenen, verkennen, formuleren en toetsen
D
Verkennen, afbakenen, formuleren en toetsen

Slide 20 - Quiz

Wanneer is een steekproef representatief?

Slide 21 - Open question

Van welk meetniveau is bij de variabele ''woonplaats'' sprake?
A
Ratio
B
Interval
C
Nominaal
D
Ordinaal

Slide 22 - Quiz