In deze schakeling zijn drie lampjes achter elkaar gezet. Er is hier maar één stroomkring. De stroom gaat eerst door lampje 1, daarna door lampje 2 en pas daarna door lampje 3 heen.
Dit heet SERIESCHAKELING.
Alle lampjes moeten de elektrische energie samen delen. Hoe meer lampjes, hoe zwakker de lampjes gaan branden.
Als de stroomkring wordt onderbroken, gaan ALLE lampjes uit. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er één lampje stuk gaat. Ook de lampjes die niet stuk zijn, gaan dan uit.