Deel B: taak 4 t/m 7

Deel B 
Deze les gaat over de taken:

Taak 4: Schoonmaken van een kamer
Taak 5: Sanitair schoonmaken
Taak 6: Was symbolen toepassen
Taak 7:  Eerste hulp bij brandwonden verlenen

1 / 22
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deel B 
Deze les gaat over de taken:

Taak 4: Schoonmaken van een kamer
Taak 5: Sanitair schoonmaken
Taak 6: Was symbolen toepassen
Taak 7:  Eerste hulp bij brandwonden verlenen

Slide 1 - Slide

Het doel:
De leerling kan eerste hulp bij brandwonden verlenen volgens het stappenplan. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is de eerste stap bij het verzorgen van een brandwond?
A
steriel gaasje op de wond leggen
B
wond afspoelen met lauw water
C
wond afspoelen met koud water
D
draai de zwachtel om de arm

Slide 4 - Quiz

Hoeveel minuten moet je minimaal koelen bij een brandwond?
A
5
B
15
C
10
D
1

Slide 5 - Quiz

Bij het verzorgen van een brandwond gebruik je een metalinne kompres
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Dit is een:
A
Eerstegraads brandwond
B
Tweedegraads brandwond
C
Derdegraads brandwond

Slide 7 - Quiz

Dit is een:
A
Eerstegraads brandwond
B
Tweedegraads brandwond
C
Derdegraads brandwond

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Welk reinigingsniveau hoort bij een operatiekamer
A
ruwschoon
B
smetschoon
C
huishoudelijk schoon

Slide 11 - Quiz

Wat betekent een schoonmaakfrequentie?
A
Hoe schoon iets moet worden
B
Hoe vaak je iets moet schoonmaken
C
Hoe je iets moet schoonmaken

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Wanneer is een stof pH neutraal?
A
Bij een pH waarde van 7
B
Bij een pH hoger dan 7
C
Bij een pH waarde lager dan 7

Slide 14 - Quiz

Schoonmaakmiddel wat goed vet kan oplossen heeft een ...... PH waarde
A
hoge
B
lage

Slide 15 - Quiz

Je hebt een kamer optisch schoon gemaakt.

Wat heb je gedaan?
A
de kamer met ontsmettingsmiddel gereinigd
B
losliggend vuil weggehaald in de kamer

Slide 16 - Quiz

Hoe gebruik je een microvezel doekje?

Slide 17 - Open question

Welk gevaarsymbool zie je hier?
A
Giftig
B
Ontvlambaar
C
Oxiderend
D
Irriterend

Slide 18 - Quiz

Welk gevaarsymbool zie hier?
A
Ontvlambaar
B
Milieugevaarlijk
C
Irriterend
D
Lange termijn gezondheidsgevaar

Slide 19 - Quiz

Hoe heet dit etiket?
A
Behandelingsetiket
B
Samenstellingsetiket

Slide 20 - Quiz

Patiënt komt bij je met een oppervlakkige tweedegraads brandwond. Ze heeft nog niet gekoeld. Hoe ga je deze brandwond verzorgen?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide