This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Bs 3.5 Speciale manieren van overerven
Slide 1 - Slide
Nakijken
Kijk de gemaakte opdrachten van Bs 3.4 na
5 minuten
Vragen?
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Je kunt kruisingsschema's maken voor onafhankelijke overerving van multiple allelen , letale factoren en gekopplede genen
Je kunt hieruit de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden
Slide 3 - Slide
Deze les
1. Multipele allelen
2. Letale factoren
3. Gekoppelde overerving
Slide 4 - Slide
Herhaling monohybride kruising
= kruising waarbij je let op de overerving van één eigenschap.
Één genenpaar betrokken:
Slide 5 - Slide
Een vrouw met blauwe ogen krijgt een kind met bruine ogen. Het allel voor B bruine ogen is dominant over het allel voor b blauwe ogen. Welk(e) genotype(n) kan de vader gehad hebben?
A
alleen BB
B
Alleen Bb
C
Bb of BB
D
Bb of bb
Slide 6 - Quiz
Multipele allelen
Voor één erfelijke eigenschap bestaan drie of meer verschillende allelen. Bijv. bloedgroepen --> allelen:
Slide 7 - Slide
Multipele allelen (voorbeeld: bloedgroepen)
Slide 8 - Slide
Een man met bloedgroep O en een vrouw met bloedgroep AB krijgen samen een kind. Hoe groot is de kans dat het kind bloedgroep AB heeft?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%
Slide 9 - Quiz
Letale factor
Een allel dat geen levensvatbaar individu oplevert als een genenpaar bestaat uit twee van zulke allelen.
Als beide ouders dezelfde letale factor bezitten, wordt een deel van de verwachte nakomelingschap niet geboren.
Slide 10 - Slide
Letale factoren: De manx is een staartloze kat. De eigenschap staartloos is het gevolg van het dominante gen A. Voor fokkers van dit ras doet zich het volgende probleem voor: homozygoot staartloze jongen zijn niet levensvatbaar. Ze sterven voor de geboorte. Het genotype van een levende staartloze kat is Aa. Hoe groot is de kans op levende staartloze katten bij een kruising tussen 2 staartloze katten.
A
100 %
B
50 %
C
67 %
D
75 %
Slide 11 - Quiz
Gekoppelde overerving
Twee genenparen liggen in hetzelfde chromosomenpaar.
Tegenovergestelde: ongekoppelde overerving (= twee genenparen liggen in verschillende chromosomenparen.)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Manier van notatie gekoppelde genen
Slide 14 - Slide
Gekoppelde overerving
Slide 15 - Slide
Mitochondriën
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Mitochondriaal DNA
Mitochondriën bevatten een klein ringvormig DNA met een klein aantal genen.
Erft alleen via de eicel over naar een volgende generatie.
Slide 18 - Slide
Aan de slag
Lees Bs 3.5
Maak opdracht 53 t/m 63 in je boek/schrift
Oefen met flitskaarten/ maak de tetstjezelf online