Klasse 2 - Kapitel 6

Klasse 2
Die erste Stunde nach den Frühlingsferien
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Klasse 2
Die erste Stunde nach den Frühlingsferien

Slide 1 - Slide

Wie waren eure Ferien?

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
Wiederholung
Wiederholung
Wiederholung
Wiederholung
Wiederholung
Wiederholung
Kapitel 6

Slide 3 - Slide

Was haben wir bisher gemacht?

Thema Kapitel 6: Freizeit

Wörter Kapitel 6 (S. 26) gelernt + geübt
Grammatik: werkwoorden vervoegen

Slide 4 - Slide

Wissen wir es noch?
De gitaar =
A
der Gitar
B
das Gitarre
C
die Gitarre

Slide 5 - Quiz

Wissen wir es noch?
voetballen =
A
Fußball spielen
B
fußballen

Slide 6 - Quiz

Wissen wir es noch?
de hobby =
A
der Hobby
B
die Hobby
C
das Hobby
D
das hobby

Slide 7 - Quiz

Wissen wir es noch?
dansen =
A
danzen
B
tanzen
C
tansen
D
dansen

Slide 8 - Quiz

Wissen wir es noch?
naar de bioscoop gaan =
A
nar die Bios gehen
B
in die Bios gehen
C
In die Kino gehen
D
ins Kino gehen

Slide 9 - Quiz

Grammatik Kapitel 6
Verder hebben we het gehad over het vervoegen van werkwoorden.

Weten jullie nog hoe dat gaat?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

atheneum-2/gym-2
Grammatik Kapitel 6

Werkwoorden met stam op -m / -n

Slide 17 - Slide

Werkwoorden op -m/-n
öffnen / atmen / zeichnen / regnen / rechnen
ich öffne
du öffnest
er/sie/es/man öffnet
wir öffnen
ihr öffnet
Sie/sie öffnen

Slide 18 - Slide

Wissen wir es noch?
(machen) Ich ... die Hausaufgaben.

Slide 19 - Open question

Wissen wir es noch?
(reden) Wir ... nicht mit einander.

Slide 20 - Open question

Wissen wir es noch?
(heißen) Wie ... du?

Slide 21 - Open question

Wissen wir es noch?
(finden) Ihr ... das nicht toll.

Slide 22 - Open question

Wissen wir es noch?
(antworten) Er ... nicht schnell.

Slide 23 - Open question

Und jetzt...
Sprachmittel (S. 27)

- Je kunt vertellen wat je hobby's zijn.
- Je kunt vertellen wat je doet, met wie, wanneer en hoe vaak.
- Je kunt je mening geven over activiteiten.

Slide 24 - Slide

Aufgaben machen

Aufgabe 19 (vragen vertalen + antwoord geven)


Slide 25 - Slide